'\" t .\" Title: aptitude .\" Author: .\" Generator: DocBook XSL Stylesheets vsnapshot .\" Date: 23/03/2024 .\" Manual: Referentiegids voor de commandoregel .\" Source: aptitude 0.8.13 .\" Language: Dutch .\" .TH "APTITUDE" "8" "23/03/2024" "aptitude 0.8.13" "Referentiegids voor de command" .\" ----------------------------------------------------------------- .\" * Define some portability stuff .\" ----------------------------------------------------------------- .\" ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ .\" http://bugs.debian.org/507673 .\" http://lists.gnu.org/archive/html/groff/2009-02/msg00013.html .\" ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ .ie \n(.g .ds Aq \(aq .el .ds Aq ' .\" ----------------------------------------------------------------- .\" * set default formatting .\" ----------------------------------------------------------------- .\" disable hyphenation .nh .\" disable justification (adjust text to left margin only) .ad l .\" ----------------------------------------------------------------- .\" * MAIN CONTENT STARTS HERE * .\" ----------------------------------------------------------------- .SH "NAME" aptitude \- hoogwaardige interface voor de pakketmanager .SH "SAMENVATTING" .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [<\fIopties\fR>...] {autoclean | clean | forget\-new | keep\-all | update} .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [<\fIopties\fR>...] {full\-upgrade | safe\-upgrade} [<\fIpakketten\fR>...] .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [<\fIoptions\fR>...] {build\-dep | build\-depends | changelog | download | forbid\-version | hold | install | markauto | purge | reinstall | remove | show | showsrc | source | unhold | unmarkauto | versions} <\fIpakketten\fR>... .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR extract\-cache\-subset <\fIuitvoer\-map\fR> <\fIpakketten\fR>... .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [<\fIopties\fR>...] search <\fIpatronen\fR>... .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [<\fIopties\fR>...] {add\-user\-tag | remove\-user\-tag} <\fImerkteken\fR> <\fIpakketten\fR>... .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [<\fIopties\fR>...] {why | why\-not} [<\fIpatronen\fR>...] <\fIpakket\fR> .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR [\-S\ <\fIbestandsnaam\fR>] [\-\-autoclean\-on\-startup | \-\-clean\-on\-startup | \-i | \-u] .HP \w'\fBaptitude\fR\ 'u \fBaptitude\fR help .SH "OMSCHRIJVING" .PP \fBaptitude\fR is een interface in tekstmodus voor het Debian GNU/Linux pakketsysteem\&. .PP Het laat de gebruiker toe de pakketlijst te bekijken en taken van pakketbeheer uit te voeren, zoals het installeren, opwaarderen en verwijderen van pakketten\&. Acties kunnen uitgevoerd worden met behulp van een visuele interface of aan de commandoregel\&. .SH "ACTIES AAN DE COMMANDOREGEL" .PP het eerste argument dat niet met een streepje (\(lq\fB\-\fR\(rq) begint, wordt als een actie beschouwd die door het programma uitgevoerd moet worden\&. Indien er aan de commandoregel geen actie ingegeven wordt, zal \fBaptitude\fR in visuele modus opstarten\&. .PP De volgende acties kunnen gebruikt worden: .PP \fBinstall\fR .RS 4 Installeer een of meer pakketten\&. De pakketten moeten na het commando \(lqinstall\(rq vermeld worden\&. Indien de naam van een pakket een tilde\-teken (\(lq\fB~\fR\(rq) of een vraagteken (\(lq\fB?\fR\(rq) bevat, zal dat als een zoekpatroon behandeld worden en elk pakket dat aan dat patroon beantwoordt zal ge\(:installeerd worden (raadpleeg de sectie over \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .sp Om een specifieke versie van een pakket te selecteren, voegt u \(lq\fB=\fR\fB<\fIversie\fR>\fR\(rq toe aan de pakketnaam: bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude install apt=0\&.3\&.1\fR\(rq\&. Op dezelfde manier kunt u een pakket uit een specifiek archief selecteren door \(lq\fB/\fR\fB<\fIarchief\fR>\fR\(rq toe te voegen aan de pakketnaam: bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude install apt/experimental\fR\(rq\&. U kunt niet terzelfder tijd een archief en een versie opgeven voor een pakket\&. .sp Niet elk pakket dat aan de commandoregel opgegeven wordt, moet ge\(:installeerd worden\&. U kunt \fBaptitude\fR opdragen iets anders te doen met een pakket door aan de naam van het pakket een \(lqmodificatieaanduiding\(rq toe te voegen\&. Bijvoorbeeld, \fBaptitude remove wesnoth+\fR zal \fBwesnoth\fR installeren in plaats van het te verwijderen\&. De volgende modificatieaanduidingen kunnen gebruikt worden: .PP <\fIpakket\fR>\fB+\fR .RS 4 Installeer <\fIpakket\fR>\&. .sp Indien het pakket niet ge\(:installeerd was, wordt het gemarkeerd als handmatig ge\(:installeerd en de nieuw ge\(:installeerde vereisten worden gemarkeerd met de vlag automatisch ge\(:installeerd\&. Indien het pakket of de vereisten reeds ge\(:installeerd waren, blijft de markering automatisch ge\(:installeerd behouden\&. Zie voor meer informatie het onderdeel over automatische installaties uit de documentatie\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB+M\fR .RS 4 Installeer <\fIpakket\fR> en markeer het onmiddellijk als automatisch ge\(:installeerd (merk op dat indien niets afhankelijk is van <\fIpakket\fR>, dit tot gevolg heeft dat het onmiddellijk verwijderd zal worden)\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB\-\fR .RS 4 Verwijder <\fIpakket\fR>\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB_\fR .RS 4 Wis <\fIpakket\fR>: verwijder het en ook de ermee verband houdende configuratie\- en databestanden\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB=\fR .RS 4 Bevries <\fIpakket\fR>: annuleer een eventuele geactiveerde installatie, opwaardering of verwijdering en voorkom dat dit pakket in de toekomst automatisch opgewaardeerd wordt\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB:\fR .RS 4 Behoud <\fIpakket\fR> op zijn huidige versie: annuleer een eventuele installatie, verwijdering of opwaardering\&. Anders dan bij een \(lqhandhaving\(rq (zie hierboven) worden toekomstige automatische opwaarderingen hierdoor niet tegengehouden\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB&M\fR .RS 4 Markeer <\fIpakket\fR> als automatisch ge\(:installeerd\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB&m\fR .RS 4 Markeer <\fIpakket\fR> als handmatig ge\(:installeerd\&. .RE .PP <\fIpakket\fR>\fB&BD\fR .RS 4 Installeer de bouwvereisten van een <\fIpakket\fR>\&. .RE .sp Een bijzondere casus is \(lq\fBinstall\fR\(rq zonder argumenten, hetgeen een uitwerking zal hebben op alle opgeslagen/aanhangige acties\&. .if n \{\ .sp .\} .RS 4 .it 1 an-trap .nr an-no-space-flag 1 .nr an-break-flag 1 .br .ps +1 \fBOpmerking\fR .ps -1 .br Nadat u bij de uiteindelijke vraag om bevestiging \fBY\fR ingevoerd heeft, zal het commando \(lq\fBinstall\fR\(rq de door \fBaptitude\fR opgeslagen informatie over de uit te voeren acties, aanpassen\&. Als u bijvoorbeeld voor pakketten die voordien niet ge\(:installeerd waren, de opdracht geeft \(lq\fBaptitude install foo bar\fR\(rq en als vervolgens de installatie mislukt nadat \fBaptitude\fR begonnen was met het downloaden en installeren van pakketten, zult u daarom het commando \(lq\fBaptitude remove foo bar\fR\(rq moeten uitvoeren om terug te gaan naar de vorige toestand (en eventueel de op andere pakketten toegepaste installatie\- of opwaarderingsactie, die door de \(lq\fBinstall\fR\(rq\-actie uitgelokt werden, ongedaan maken)\&. .sp .5v .RE .RE .PP \fBremove\fR, \fBpurge\fR, \fBreinstall\fR .RS 4 Deze commando\*(Aqs zijn hetzelfde als \(lq\fBinstall\fR\(rq, maar passen de vermelde actie toe op alle aan de commandoregel opgegeven pakketten waarvoor die actie niet opgeheven (overridden) werd\&. .sp Bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude remove \*(Aq~ndeity\*(Aq\fR\(rq zal alle pakketten verwijderen waarvan de naam \(lq\fBdeity\fR\(rq bevat\&. .RE .PP \fBbuild\-depends\fR, \fBbuild\-dep\fR .RS 4 Voldoe aan de bouwvereisten van een pakket\&. Elke pakketnaam kan de naam van een bronpakket zijn en in dat geval worden de bouwvereisten voor dat bronpakket ge\(:installeerd\&. In het andere geval worden binaire pakketten opgezocht zoals bij het commando \(lq\fBinstall\fR\(rq en wordt voldaan aan de bouwvereisten van de bronpakketten waaruit deze binaire pakketten gebouwd worden\&. .sp Indien de commandoregelparameter \fB\-\-arch\-only\fR gebruikt werd, wordt enkel voldaan aan de architectuurgerelateerde bouwvereisten (d\&.w\&.z\&. niet \fBBuild\-Depends\-Indep\fR of \fBBuild\-Conflicts\-Indep\fR)\&. .RE .PP \fBmarkauto\fR, \fBunmarkauto\fR .RS 4 Markeer pakketten respectievelijk als automatisch of als handmatig ge\(:installeerd\&. De pakketten worden op dezelfde manier gespecificeerd als bij het commando \(lq\fBinstall\fR\(rq\&. Bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude markauto \*(Aq~slibs\*(Aq\fR\(rq markeert alle pakketten uit de sectie \(lq\fBlibs\fR\(rq als automatisch ge\(:installeerd\&. .sp Zie voor meer informatie over automatisch ge\(:installeerde pakketten de sectie \(lqHet beheer van automatisch ge\(:installeerde pakketten\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR\&. .RE .PP \fBhold\fR, \fBunhold\fR, \fBkeep\fR .RS 4 Markeer pakketten als te handhaven, ontneem hen deze status, of stel in dat ze behouden moeten blijven in hun huidige toestand\&. De pakketten worden op precies dezelfde manier opgegeven als bij het commando \(lq\fBinstall\fR\(rq\&. Bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude hold \*(Aq~e^dpkg$\*(Aq\fR\(rq markeert alle pakketten uit het broncodepakket \(lq\fBdpkg\fR\(rq als te handhaven\&. .sp Het verschil tussen \fBhold\fR en \fBkeep\fR is dat \fBhold\fR ervoor zorgt dat een pakket genegeerd zal worden bij toekomstige \fBsafe\-upgrade\fR en \fBfull\-upgrade\fR commando\*(Aqs, terwijl \fBkeep\fR enkel eventuele geplande acties voor een pakket annuleert\&. \fBunhold\fR laat terug toe dat een pakket opgewaardeerd wordt door een later gegeven \fBsafe\-upgrade\fR of \fBfull\-upgrade\fR commando, zonder andere veranderingen aan zijn toestand aan te brengen\&. .RE .PP \fBkeep\-all\fR .RS 4 Annuleert alle geplande acties voor alle pakketten\&. Bij alle pakketten die een gevraagde actie van installeren, verwijderen of opwaarderen opgeplakt kregen, wordt die aangevraagde toestand geannuleerd\&. .RE .PP \fBforget\-new\fR .RS 4 Vergeet alle interne informatie over welke pakketten \(lqnieuw\(rq zijn (het equivalent van het indrukken van \(lqf\(rq in de visuele modus)\&. .sp Dit commando aanvaardt pakketnamen en patronen als argument\&. Indien de tekenreeks een tilde\-teken (\(lq\fB~\fR\(rq) of een vraagteken (\(lq\fB?\fR\(rq) bevat, zal dat als een zoekpatroon behandeld worden en elk pakket dat aan dat patroon beantwoordt, zal in aanmerking genomen worden (raadpleeg de sectie over \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .RE .PP \fBforbid\-version\fR .RS 4 Laat niet toe dat een pakket opgewaardeerd wordt naar een specifieke versie, maar sta automatische opwaarderingen naar latere versies wel toe\&. Dit is bijvoorbeeld nuttig om een versie van een pakket te vermijden waarvan bekend is dat ze defect is, zonder daarvoor handmatig handhavingen te hoeven instellen en op te heffen\&. .sp Standaard zou \fBaptitude\fR de verboden versie selecteren als de versie waarnaar het pakket normaliter opgewaardeerd zou worden (de kandidaatversie)\&. U kunt deze selectie aanpassen door \(lq\fB=\fR\fB<\fIversie\fR>\fR\(rq aan de pakketnaam toe te voegen: bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude forbid\-version vim=1\&.2\&.3\&.broken\-4\fR\(rq\&. .sp Als u op de actie wilt terugkomen, zal het verbod opgeheven worden door \(lq\fBaptitude install \fR\fB<\fIpakket\fR>\fR\(rq\&. Om de verboden versie te verwijderen zonder de kandidaatversie te installeren, moet de huidige versie toegevoegd worden: \(lqinstall <\fIpakket\fR>\fB=\fR\fB<\fIversie\fR>\fR\(rq\&. .RE .PP \fBupdate\fR .RS 4 Werkt de lijst bij van de pakketten die beschikbaar zijn bij de pakketbronnen van apt (dit is het equivalent van \(lq\fBapt\-get update\fR\(rq) .RE .PP \fBsafe\-upgrade\fR .RS 4 Waardeert ge\(:installeerde pakketten naar hun meest recente versie op\&. Ge\(:installeerde pakketten zullen niet verwijderd worden tenzij ze niet gebruikt worden (zie de sectie \(lqHet beheer van automatisch ge\(:installeerde pakketten\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. Pakketten die momenteel niet ge\(:installeerd zijn, kunnen ge\(:installeerd worden om te voldoen aan vereisten, tenzij de commandoregeloptie \fB\-\-no\-new\-installs\fR gebruikt werd\&. .sp Indien aan de commandoregel geen <\fIpakket\fR>ten opgegeven werden, zal \fBaptitude\fR elk pakket trachten op te waarderen dat opgewaardeerd kan worden\&. Anders zal \fBaptitude\fR enkel de opgegeven pakketten trachten op te waarderen\&. Aan het/de <\fIpakket\fR>ten kan een achtervoegsel toegevoegd worden, zoals dit met de argumenten voor \fBaptitude install\fR het geval is, waardoor u hier aan \fBaptitude\fR nog bijkomende instructies kunt meegeven\&. Bijvoorbeeld, \fBaptitude safe\-upgrade bash dash\-\fR zal proberen het pakket bash op te waarderen en het pakket dash te verwijderen\&. .sp Soms is het nodig om een pakket te verwijderen om een ander te kunnen opwaarderen\&. In zulke situaties is dit commando niet in staat pakketten op te waarderen\&. Gebruik het commando \fBfull\-upgrade\fR om zoveel mogelijk pakketten op te waarderen\&. .RE .PP \fBfull\-upgrade\fR .RS 4 Waardeert ge\(:installeerde pakketten op naar hun meest recente versie en zo nodig kan het daarbij pakketten verwijderen of installeren\&. Het installeert ook nieuwe essenti\(:ele of vereiste pakketten (pakketten met de markering \*(AqEssential\*(Aq of \*(AqRequired\*(Aq)\&. Dit commando gaat minder conservatief te werk dan \fBsafe\-upgrade\fR, hetgeen dus een grotere kans op ongewenste acties geeft\&. Daarentegen is het wel in staat pakketten op te waarderen die niet door \fBsafe\-upgrade\fR opgewaardeerd kunnen worden\&. .sp Indien aan de commandoregel geen <\fIpakket\fR>ten vermeld wordt/worden, zal \fBaptitude\fR proberen elk pakket dat opgewaardeerd kan worden, op te waarderen\&. Anders zal \fBaptitude\fR enkel die pakketten proberen op te waarderen waarvoor het die opdracht kreeg\&. Aan het/de <\fIpakket\fR>ten kan een achtervoegsel toegevoegd worden, zoals dit met de argumenten voor \fBaptitude install\fR het geval is, waardoor u hier aan \fBaptitude\fR nog bijkomende instructies kunt meegeven\&. Bijvoorbeeld, \fBaptitude full\-upgrade bash dash\-\fR zal proberen het pakket bash op te waarderen en het pakket dash te verwijderen\&. .if n \{\ .sp .\} .RS 4 .it 1 an-trap .nr an-no-space-flag 1 .nr an-break-flag 1 .br .ps +1 \fBOpmerking\fR .ps -1 .br Origineel werd het commando om historische redenen \fBdist\-upgrade\fR genoemd, en \fBaptitude\fR herkent \fBdist\-upgrade\fR nog steeds als een synoniem voor \fBfull\-upgrade\fR\&. .sp .5v .RE .RE .PP \fBsearch\fR .RS 4 Zoekt naar de pakketten die beantwoorden aan een van de patronen die aan de commandoregel ingegeven werden\&. Elk pakket dat overeenkomt met een van de opgegeven patronen zal weergegeven worden\&. Bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude search \*(Aq~N\*(Aq edit\fR\(rq zal alle pakketten opleveren die \(lqnieuw\(rq zijn en alle pakketten die in hun naam \(lqedit\(rq hebben\&. Voor bijkomende informatie in verband met zoekpatronen raadpleegt u de sectie \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR\&. .if n \{\ .sp .\} .RS 4 .it 1 an-trap .nr an-no-space-flag 1 .nr an-break-flag 1 .br .ps +1 \fBOpmerking\fR .ps -1 .br In het bovenstaande voorbeeld heeft \(lq\fBaptitude search \*(Aq~N\*(Aq edit\fR\(rq twee argumenten na \fBsearch\fR en dus wordt er gezocht op \fItwee\fR patronen: \(lq\fB~N\fR\(rq en \(lq\fBedit\fR\(rq\&. Zoals in de referentiegids zoekpatronen beschreven wordt, levert \fI\('e\('en enkel\fR patroon dat bestaat uit twee met een spatie van elkaar gescheiden subpatronen (zoals \(lq\fB~N edit\fR\(rq), enkel een resultaat op als met \fIbeide\fR patronen een overeenkomst gevonden wordt\&. Dus het commando \(lq\fBaptitude search \*(Aq~N edit\*(Aq\fR\(rq zal enkel die \(lqnieuwe\(rq pakketten weergeven die \(lqedit\(rq in hun naam hebben\&. .sp .5v .RE Tenzij u de optie \fB\-F\fR meegeeft, zal de uitvoer van \fBaptitude search\fR er ongeveer zo uitzien: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf i apt \- Advanced front\-end for dpkg pi apt\-build \- frontend to apt to build, optimize and in cp apt\-file \- APT package searching utility \-\- command\- ihA raptor\-utils \- Raptor RDF Parser utilities .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Elk zoekresultaat wordt op een aparte regel weergegeven\&. Het eerste teken op iedere regel geeft de huidige toestand van het pakket weer: de meest voorkomende toestanden zijn \fBp\fR, wat betekent dat er op het systeem geen enkel spoor van het pakket bestaat, \fBc\fR, wat betekent dat het pakket verwijderd werd maar dat zijn configuratiebestanden nog op het systeem aanwezig zijn, \fBi\fR, wat betekent dat het pakket ge\(:installeerd is, en \fBv\fR, wat betekent dat het om een virtueel pakket gaat\&. Het tweede letterteken is een aanduiding voor de opgeslagen actie (en anders wordt een blanco spatie weergegeven) die later op het pakket uitgevoerd zal worden, waarbij de meest voorkomende acties zijn: \fBi\fR, wat betekent dat het pakket ge\(:installeerd zal worden, \fBd\fR, wat betekent dat het pakket verwijderd zal worden, en \fBp\fR, wat het betekent dat het pakket en zijn configuratiebestanden verwijderd zullen worden\&. Indien het derde letterteken een \fBA\fR is, geeft dit aan dat het pakket automatisch ge\(:installeerd werd\&. .sp Voor een volledige lijst van alle mogelijke vlaggen om een toestand of een actie aan te duiden, raadpleegt u de sectie \(lqPakketinformatie opvragen\(rq in de referentiegids van \fBaptitude\fR\&. Voor het aanpassen van de uitvoer van \fBsearch\fR, verwijzen we naar de commandoregelopties \fB\-F\fR en \fB\-\-sort\fR\&. .RE .PP \fBshow\fR .RS 4 Geeft gedetailleerde informatie weer over een of meer pakketten\&. Indien er een tildeteken (\(lq\fB~\fR\(rq) of een vraagteken (\(lq\fB?\fR\(rq) in de pakketnaam staat, zal hij als een zoekpatroon ge\(:interpreteerd worden en alle pakketten die eraan beantwoorden zullen weergegeven worden (zie de sectie \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .sp Indien het niveau van detaillering 1 of hoger is (dit betekent dat de commandoregel minstens \('e\('en \fB\-v\fR bevat), wordt informatie over alle versies van het pakket weergegeven\&. Anders wordt informatie weergegeven over de \(lqkandidaatversie\(rq (de versie die door \(lq\fBaptitude install\fR\(rq zou opgehaald worden)\&. .sp U kunt informatie laten weergeven over een andere pakketversie door \fB=\fR\fB<\fIversie\fR>\fR toe te voegen aan de pakketnaam\&. U kunt de versie uit een specifiek archief of release laten weergeven door \fB/\fR\fB<\fIarchief\fR>\fR of \fB/\fR\fB<\fIrelease\fR>\fR toe te voegen aan de pakketnaam: bijvoorbeeld, \fB/unstable\fR of \fB/sid\fR\&. Indien er zo een is, zal enkel de gevraagde versie weergegeven worden, ongeacht het niveau van detaillering\&. .sp Indien het niveau van detaillering 1 of hoger is, worden de velden architectuur, grootte in gecomprimeerde vorm, bestandsnaam en md5\-controlesom weergegeven\&. Indien het niveau van detaillering 2 of hoger is, zal/zullen de geselecteerde versie(s) eenmaal weergegeven worden voor elk archief waarin ze aangetroffen wordt/worden\&. .RE .PP \fBshowsrc\fR .RS 4 Geeft gedetailleerde informatie over een of meer broncodepakketten weer\&. .sp Dit is een dun omhulsel rond \fBapt\fR(8)\&. .RE .PP \fBsource\fR .RS 4 Downloadt een of meer broncodepakketten\&. .sp Dit is een dun omhulsel rond \fBapt\fR(8)\&. .RE .PP \fBversions\fR .RS 4 Geeft de versies weer van de aan de commandoregel opgegeven pakketten\&. .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude versions wesnoth p 1:1\&.4\&.5\-1 100 p 1:1\&.6\&.5\-1 unstable 500 p 1:1\&.7\&.14\-1 experimental 1 .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Elke versie wordt op een aparte regel weergegeven\&. De drie meest linkse lettertekens geven de huidige toestand en de (eventuele) geplande toestand weer en of het een automatisch ge\(:installeerd pakket betreft\&. Raadpleeg voor bijkomende informatie over de betekenis ervan de documentatie bij \fBaptitude search\fR\&. Rechts van het versienummer ziet u de releases waarin de versie te vinden is en de pin\-prioriteit van de versie\&. .sp Indien een pakketnaam een tildeteken (\(lq\fB~\fR\(rq) bevat of een vraagteken (\(lq\fB?\fR\(rq), zal die ge\(:interpreteerd worden als een zoekpatroon en zullen alle \fIversies\fR die eraan beantwoorden, weergegeven worden (zie de sectie \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. Dit betekent dat bijvoorbeeld \fBaptitude versions \*(Aq~i\*(Aq\fR alle versies zal weergeven die momenteel op het systeem ge\(:installeerd zijn en niets anders, zelfs geen andere versies van dezelfde pakketten\&. .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude versions \*(Aq~nexim4\-daemon\-light\*(Aq Pakket exim4\-daemon\-light: i 4\&.71\-3 100 p 4\&.71\-4 unstable 500 Pakket exim4\-daemon\-light\-dbg: p 4\&.71\-4 unstable 500 .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Indien de invoer een zoekpatroon is of indien meer dan een versie van een pakket weergegeven moet worden, zal \fBaptitude\fR de uitvoer automatisch per pakket groeperen, zoals hierboven getoond wordt\&. U kunt dit uitzetten via \fB\-\-group\-by\fR\fB=none\fR, waardoor \fBaptitude\fR een gewone lijst zal weergeven van alle gevonden versies, waarbij iedere regel automatisch ook de naam van het pakket zal bevatten: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude versions \-\-group\-by=none \*(Aq~nexim4\-daemon\-light\*(Aq i exim4\-daemon\-light 4\&.71\-3 100 p exim4\-daemon\-light 4\&.71\-4 unstable 500 p exim4\-daemon\-light\-dbg 4\&.71\-4 unstable 500 .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Om de pakketnaam weg te laten, geeft u \fB\-\-show\-package\-names\fR\fB=never\fR op: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude versions \-\-show\-package\-names=never \-\-group\-by=none \*(Aq~nexim4\-daemon\-light\*(Aq i 4\&.71\-3 100 p 4\&.71\-4 unstable 500 p 4\&.71\-4 unstable 500 .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Behalve met de voorgaande opties, kunt u de informatie die voor elke versie weergegeven wordt, ook regelen met de commandoregeloptie \fB\-F\fR\&. De volgorde waarin versies weergegeven worden kan be\(:invloed worden met de commandoregeloptie \fB\-\-sort\fR\&. Om te voorkomen dat \fBaptitude\fR de uitvoer in kolommen zou opmaken, gebruikt u \fB\-\-disable\-columns\fR\&. .RE .PP \fBadd\-user\-tag\fR, \fBremove\-user\-tag\fR .RS 4 Voegt een gebruikerslabel (user tag) toe aan of verwijdert een gebruikerslabel van de geselecteerde groep pakketten\&. Indien een pakketnaam een tilde (\(lq\fB~\fR\(rq) of een vraagteken (\(lq\fB?\fR\(rq) bevat, wordt hij als een zoekpatroon beschouwd en wordt het merkteken toegevoegd aan of verwijderd van alle pakketten die aan het zoekpatroon beantwoorden (zie de sectie \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .sp Gebruikerslabels (user tags) zijn arbitraire tekenreeksen die aan een pakket gekoppeld worden\&. Zij kunnen gebruikt worden met de zoekterm \fB?user\-tag(\fR\fB<\fImerkteken\fR>\fR\fB)\fR, waarmee alle pakketten geselecteerd worden die een vrij merkteken hebben dat overeenkomt met <\fImerkteken\fR>\&.\&. .RE .PP \fBwhy\fR, \fBwhy\-not\fR .RS 4 Geeft een verklaring waarom een specifiek pakket op het systeem ge\(:installeerd zou moeten worden of er niet op ge\(:installeerd kan worden\&. .sp Dit commando zoekt de pakketten op die het opgegeven pakket vereisen of die ermee conflicteren\&. Het geeft een sequentie weer van afhankelijkheden die naar het beoogde pakket leiden, samen met een aanduiding van de installatiestatus van elk pakket uit de hele keten van vereisten: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude why kdepim i nautilus\-data Beveelt aan nautilus i A nautilus Beveelt aan desktop\-base (>= 0\&.2) i A desktop\-base Suggereert gnome | kde | xfce4 | wmaker p kde Vereist kdepim (>= 4:3\&.4\&.3) .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Het commando \fBwhy\fR zoekt de hele keten van vereisten op die tot de installatie leidt van het aan de commandoregel opgegeven pakket, zoals hierboven te zien is\&. Merk in dit geval op dat de door \fBaptitude\fR gevonden vereistenrelatie een suggestie (suggests) is\&. Dit is omdat geen enkel momenteel op deze computer ge\(:installeerd pakket het pakket kdepim echt vereist (depends) of aanbeveelt (recommends)\&. Indien er een sterkere vereistenrelatie bestond, had \fBaptitude\fR ze weergegeven\&. .sp Daartegenover gaat \fBwhy\-not\fR op zoek naar een keten van vereisten die uitmondt in een conflict met het beoogde pakket: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude why\-not textopo i ocaml\-core Vereist ocamlweb i A ocamlweb Vereist tetex\-extra | texlive\-latex\-extra i A texlive\-latex\-extra Conflicteert met textopo .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Indien een of meer <\fIpatro(o)n\fR>en opgegeven werden (naast het verplichte laatste argument dat een geldige <\fIpakket\fR>naam moet zijn), dan begint \fBaptitude\fR zijn zoektocht bij deze patronen\&. Dit houdt in dat het eerste pakket uit de keten die het weergeeft om uit te leggen waarom een <\fIpakket\fR> wel of niet ge\(:installeerd wordt, een pakket zal zijn dat aan het patroon in kwestie beantwoordt\&. De patronen worden als pakketnamen ge\(:interpreteerd, tenzij ze een tilde (\(lq\fB~\fR\(rq) of een vraagteken (\(lq\fB?\fR\(rq) bevatten\&. In dat geval worden ze als zoekpatronen behandeld (zie de sectie\(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .sp Indien er geen patronen opgegeven werden, zal \fBaptitude\fR op zoek gaan naar ketens van vereisten die starten bij handmatig ge\(:installeerde pakketten\&. Dit kan op een treffende manier laten zien welke pakketten ertoe geleid hebben, of ertoe zouden leiden, dat een bepaald pakket ge\(:installeerd werd\&. .if n \{\ .sp .\} .RS 4 .it 1 an-trap .nr an-no-space-flag 1 .nr an-break-flag 1 .br .ps +1 \fBOpmerking\fR .ps -1 .br \fBaptitude why\fR voert geen volledige oplossing van vereistenproblemen uit; het geeft enkel rechtstreekse relaties tussen pakketten weer\&. Bijvoorbeeld, als A B nodig heeft en C heeft D nodig en B en C conflicteren met elkaar, dan zal \(lq\fBaptitude why\-not D\fR\(rq niet het antwoord geven dat \(lqA B vereist, B met C conflicteert en D C vereist\(rq\&. .sp .5v .RE Standaard geeft \fBaptitude\fR enkel de \(lqmeest ge\(:installeerde, sterkste, meest hechte, kortste\(rq keten van vereisten weer\&. Dit houdt in dat het zoekt naar een keten van vereisten die enkel bestaat uit pakketten die ge\(:installeerd zijn of ge\(:installeerd zullen worden\&. Binnen die restrictie zoekt het naar de sterkst mogelijke afhankelijkheden\&. Het zoekt naar een keten van vereisten waarbij vereisten waarvoor meerdere alternatieven bestaan (die zich met OR tot elkaar verhouden) en Provides (pakketten die voorzien in) vermeden worden\&. Het zoekt de kortste keten van vereisten die aan deze criteria beantwoordt\&. Gaandeweg worden deze regels versoepeld tot er een overeenkomst gevonden wordt\&. .sp Als het niveau van detaillering 1 of meer is, dan zullen \fIalle\fR verklaringen die \fBaptitude\fR kan vinden, weergegeven worden in omgekeerde volgorde van relevantie\&. Als het niveau van detaillering 2 of meer is, zal een echt excessieve hoeveelheid debuginformatie naar standaarduitvoer gestuurd worden\&. .sp De terugkeerwaarde van het commando is 0 bij succes, 1 als geen verklaring uitgewerkt kon worden en \-1 als er zich een fout voordeed\&. .RE .PP \fBclean\fR .RS 4 Verwijdert alle eerder opgehaalde \fB\&.deb\fR\-bestanden uit de map met de pakketcache (gewoonlijk /var/cache/apt/archives)\&. .RE .PP \fBautoclean\fR .RS 4 Verwijdert alle pakketten uit de cache die niet langer gedownload kunnen worden\&. Dit laat u toe te voorkomen dat de cache na verloop van tijd oncontroleerbaar groot zou worden, zonder hem volledig leeg te maken\&. .RE .PP \fBchangelog\fR .RS 4 Downloadt de Debian changelog (log van wijzigingen) voor elk van de opgegeven binaire of bronpakketten en geeft die weer\&. .sp Standaard wordt de changelog opgehaald voor de versie die met \(lq\fBaptitude install\fR\(rq ge\(:installeerd zou worden\&. U kunt een specifieke versie van een pakket selecteren door \fB=\fR\fB<\fIversie\fR>\fR toe te voegen aan de naam van het pakket\&. U kunt de versie uit een specifiek archief of release selecteren door \fB/\fR\fB<\fIarchief\fR>\fR of \fB/\fR\fB<\fIrelease\fR>\fR toe te voegen aan de naam van het pakket (bijvoorbeeld, \fB/unstable\fR of \fB/sid\fR)\&. .RE .PP \fBdownload\fR .RS 4 Downloadt het \fB\&.deb\fR\-bestand van het opgegeven pakket en plaatst het in de huidige map\&. .sp Dit is een dun omhulsel rond \fBapt\fR(8)\&. .RE .PP \fBextract\-cache\-subset\fR .RS 4 Kopieert de configuratiemap van apt (\fB/etc/apt\fR) en een subset van de pakketdatabase naar de opgegeven map\&. Indien geen pakketten opgegeven werden, wordt de volledige pakketdatabase gekopieerd, anders enkel de onderdelen ervan die overeenkomen met de genoemde pakketten\&. Elke pakketnaam kan een zoekpatroon zijn en alle pakketten die eraan beantwoorden, zullen geselecteerd worden (zie de sectie \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. Eventuele bestaande pakketdatabasebestanden in de map waarin de uitvoer terecht komt, zullen overschreven worden\&. .sp Afhankelijkheden die in de paragrafen van binaire pakketten vermeld staan, worden herschreven om verwijzingen naar pakketten die niet in de geselecteerde set voorkomen, te verwijderen\&. .RE .PP \fBhelp\fR .RS 4 Geeft een korte samenvatting weer van de commando\*(Aqs en opties die gebruikt kunnen worden\&. .RE .SH "OPTIES" .PP De volgende opties kunnen gebruikt worden om het gedrag van de hiervoor beschreven acties te be\(:invloeden\&. Merk op dat hoewel bij alle commando\*(Aqs alle opties geaccepteerd zullen worden, sommige opties voor bepaalde commando\*(Aqs niet van toepassing zijn en door die commando\*(Aqs genegeerd zullen worden\&. .PP \fB\-\-add\-user\-tag \fR\fB<\fImerkteken\fR>\fR .RS 4 Bij \fBfull\-upgrade\fR, \fBsafe\-upgrade\fR, \fBforbid\-version\fR, \fBhold\fR, \fBinstall\fR, \fBkeep\-all\fR, \fBmarkauto\fR, \fBunmarkauto\fR, \fBpurge\fR, \fBreinstall\fR, \fBremove\fR, \fBunhold\fR en \fBunmarkauto\fR: voeg het gebruikerslabel (user tag) <\fImerkteken\fR> toe aan alle pakketten die door dit commando ge\(:installeerd, verwijderd of opgewaardeerd werden alsof het commando \fBadd\-user\-tag\fR gegeven werd\&. .RE .PP \fB\-\-add\-user\-tag\-to \fR\fB<\fImerkteken\fR>\fR\fB,\fR\fB<\fIpatroon\fR>\fR .RS 4 Bij \fBfull\-upgrade\fR, \fBsafe\-upgrade\fR \fBforbid\-version\fR, \fBhold\fR, \fBinstall\fR, \fBkeep\-all\fR, \fBmarkauto\fR, \fBunmarkauto\fR, \fBpurge\fR, \fBreinstall\fR, \fBremove\fR, \fBunhold\fR en \fBunmarkauto\fR: voeg het gebruikerslabel (user tag) <\fImerkteken\fR> toe aan alle pakketten die beantwoorden aan <\fIpatroon\fR> alsof het commando \fBadd\-user\-tag\fR gegeven werd\&. Het patroon is een zoekpatroon, zoals beschreven in de sectie \(lqZoekpatronen\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR\&. .sp Zo zal bijvoorbeeld het commando \fBaptitude safe\-upgrade \-\-add\-user\-tag\-to "nieuwe\-installatie,?action(install)"\fR het merkteken \fBnieuwe\-installatie\fR geven aan alle pakketten die met het commando \fBsafe\-upgrade\fR ge\(:installeerd werden\&. .RE .PP \fB\-\-allow\-new\-upgrades\fR .RS 4 Als de oplosser in veilige modus gebruikt wordt (d\&.w\&.z\&. als de optie \fB\-\-safe\-resolver\fR opgegeven werd of als de actie \fBsafe\-upgrade\fR is, of als \fBAptitude::Always\-Use\-Safe\-Resolver\fR ingesteld werd op \fBtrue\fR), de vereistenoplosser de toelating geven om opwaarderingen van pakketten te installeren, ongeacht de waarde van \fBAptitude::Safe\-Resolver::No\-New\-Upgrades\fR\&. .RE .PP \fB\-\-allow\-new\-installs\fR .RS 4 Sta het commando \fBsafe\-upgrade\fR toe om nieuwe pakketten te installeren\&. Als de oplosser in veilige modus gebruikt wordt (d\&.w\&.z\&. als de optie \fB\-\-safe\-resolver\fR opgegeven werd of als de actie \fBsafe\-upgrade\fR is, of als \fBAptitude::Always\-Use\-Safe\-Resolver\fR ingesteld werd op \fBtrue\fR), de vereistenoplosser de toelating geven om nieuwe pakketten te installeren\&. Deze optie is van kracht ongeacht de waarde van \fBAptitude::Safe\-Resolver::No\-New\-Installs\fR\&. .RE .PP \fB\-\-allow\-untrusted\fR .RS 4 Installeer pakketten afkomstig van onbetrouwbare pakketbronnen zonder vragen te stellen\&. U zou dit enkel mogen gebruiken als u weet wat u doet, aangezien het gemakkelijk de veiligheid van uw systeem in gevaar zou kunnen brengen\&. .RE .PP \fB\-\-disable\-columns\fR .RS 4 Deze optie heeft tot effect dat \fBaptitude search\fR en \fBaptitude versions\fR hun resultaten weergeven zonder enige vorm van bijzondere indeling\&. Meer in het bijzonder is het zo dat \fBaptitude\fR normaal gezien witruimte toevoegt aan zoekresultaten of ze afkapt in een poging om ze te doen passen binnen verticale \(lqkolommen\(rq\&. Als deze vlag gebruikt wordt, zal de indeling van elke regel erin bestaan dat de indelingsstuurcodes uit de indelingstekenreeks vervangen worden door de overeenkomstige tekst, zonder rekening te houden met de breedte van de kolommen\&. .sp De eerste paar regels van de uitvoer van het commando \(lq\fBaptitude search \-F \*(Aq%p %V\*(Aq \-\-disable\-columns libedataserver\fR\(rq zouden bijvoorbeeld als volgt kunnen zijn: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf disksearch 1\&.2\&.1\-3 hp\-search\-mac 0\&.1\&.3 libbsearch\-ruby 1\&.5\-5 libbsearch\-ruby1\&.8 1\&.5\-5 libclass\-dbi\-abstractsearch\-perl 0\&.07\-2 libdbix\-fulltextsearch\-perl 0\&.73\-10 .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Zoals in het bovenstaande voorbeeld, is het gebruik van \fB\-\-disable\-columns\fR vaak nuttig in combinatie met een aangepaste weergave\-indeling die met de commandoregeloptie \fB\-F\fR ingesteld werd\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Disable\-Columns\fR\&. .RE .PP \fB\-D\fR, \fB\-\-show\-deps\fR .RS 4 Toon bij commando\*(Aqs die pakketten installeren of verwijderen (\fBinstall\fR, \fBfull\-upgrade\fR, enz\&.) een korte toelichting bij automatische installaties en verwijderingen\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Show\-Deps\fR\&. .RE .PP \fB\-d\fR, \fB\-\-download\-only\fR .RS 4 Download indien nodig pakketten naar de pakketcache, maar installeer of verwijder niets\&. Standaard wordt de pakketcache opgeslagen in /var/cache/apt/archives\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Download\-Only\fR\&. .RE .PP \fB\-F\fR <\fIindeling\fR>, \fB\-\-display\-format\fR <\fIindeling\fR> .RS 4 Specificeert de indeling die gebruikt moet worden om de uitvoer van de commando\*(Aqs \fBsearch\fR en \fBversions\fR weer te geven\&. Bijvoorbeeld, \(lq\fB%p %v %V\fR\(rq opgeven als <\fIindeling\fR> zal resulteren in het weergeven van de naam van het pakket, gevolgd door de momenteel ge\(:installeerde versie ervan en zijn kandidaatversie (zie voor meer informatie de sectie \(lqAanpassingen maken aan de wijze waarop pakketten weergegeven worden\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .sp De commandoregeloptie \fB\-\-disable\-columns\fR is vaak nuttig in combinatie met \fB\-F\fR\&. .sp Voor \fBsearch\fR komt dit overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Package\-Display\-Format\fR\&. Voor \fBversions\fR komt dit overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Version\-Display\-Format\fR\&. .RE .PP \fB\-f\fR .RS 4 Doe moeite om de vereisten van defecte pakketten te repareren, zelfs als dit het negeren inhoudt van de aan de commandoregel gevraagde acties\&. .sp Dit komt overeen met het configuratie\-item \fBAptitude::CmdLine::Fix\-Broken\fR\&. .RE .PP \fB\-\-full\-resolver\fR .RS 4 Gebruik de standaard \(lqintegrale\(rq oplosser voor het oplossen van vereistenproblemen van pakketten als die zich voordoen\&. In tegenstelling tot de oplosser in \(lqveilige\(rq modus die door \fB\-\-safe\-resolver\fR geactiveerd wordt, zal de integrale oplosser probleemloos pakketten verwijderen om aan vereisten te kunnen voldoen\&. Hij is in staat om meer situaties op te lossen dan het veilige algoritme, maar zijn oplossingen maken meer kans om onwenselijk te zijn\&. .sp Deze optie kan gebruikt worden om het gebruik van de integrale oplosser af te dwingen, zelfs als \fBAptitude::Always\-Use\-Safe\-Resolver\fR ingesteld werd op true\&. .RE .PP \fB\-\-group\-by\fR <\fIgroeperingsmodus\fR> .RS 4 Regelt hoe het commando \fBversions\fR zijn uitvoer groepeert\&. De volgende waarden kunnen gebruikt worden: .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBarchive\fR om pakketten te groeperen volgens het archief waarin ze voorkomen (\(lq\fBstable\fR\(rq, \(lq\fBunstable\fR\(rq, enz\&.)\&. Indien een pakket in verschillende archieven voorkomt, zal het in elk ervan weergegeven worden\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBauto\fR om versies volgens hun pakket te groeperen, tenzij er exact \('e\('en argument gebruikt werd dat geen zoekpatroon is\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBnone\fR om alle versies in een eenvoudige lijst weer te geven zonder enige vorm van groepering\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBpackage\fR om versies volgens hun pakket te groeperen\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBsource\-package\fR om versies volgens hun broncodepakket te groeperen\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBsource\-version\fR om versies volgens hun broncodepakket en de broncodeversie te groeperen\&. .RE .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Versions\-Group\-By\fR\&. .RE .PP \fB\-h\fR, \fB\-\-help\fR .RS 4 Geef een korte hulptekst weer\&. Identiek aan de actie \fBhelp\fR\&. .RE .PP \fB\-\-log\-file=\fR\fB<\fIbestand\fR>\fR .RS 4 Indien <\fIbestand\fR> geen lege tekenreeks is, zullen logberichten daarin opgeschreven worden, behalve als <\fIbestand\fR> \(lq\fB\-\fR\(rq is\&. In dat laatste geval zullen logberichten naar standaarduitvoer geschreven worden\&. Indien deze optie meerdere keren voorkomt, zal de laatste vermelding uitwerking krijgen\&. .sp Dit heeft geen invloed op het loggen van de installaties die \fBaptitude\fR uitvoert (/var/log/aptitude)\&. De logberichten waarop deze configuratie betrekking heeft, betreffen interne programmagebeurtenissen, fouten en debugberichten\&. Zie de commandoregeloptie \fB\-\-log\-level\fR om meer controle te verwerven over wat gelogd wordt\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieopte \fBAptitude::Logging::File\fR\&. .RE .PP \fB\-\-log\-level=\fR\fB<\fIniveau\fR>\fR, \fB\-\-log\-level=\fR\fB<\fIcategorie\fR>\fR\fB:\fR\fB<\fIniveau\fR>\fR .RS 4 \fB\-\-log\-level=\fR\fB<\fIniveau\fR>\fR heeft als effect dat \fBaptitude\fR enkel berichten logt van een niveau <\fIniveau\fR> of hoger\&. Het logniveau bijvoorbeeld instellen op \fBerror\fR zal ertoe leiden dat enkel berichten van de logniveaus \fBerror\fR en \fBfatal\fR weergegeven worden\&. Alle andere zullen verborgen worden\&. Geldige logniveaus (in aflopende volgorde) zijn \fBoff\fR, \fBfatal\fR, \fBerror\fR, \fBwarn\fR, \fBinfo\fR, \fBdebug\fR, en \fBtrace\fR\&. Het standaard logniveau is \fBwarn\fR\&. .sp \fB\-\-log\-level=\fR\fB<\fIcategorie\fR>\fR\fB:\fR\fB<\fIniveau\fR>\fR heeft als effect dat berichten uit de categorie <\fIcategorie\fR> enkel gelogd worden als hun <\fIniveau\fR> van <\fIniveau\fR> of hoger is\&. .sp \fB\-\-log\-level\fR mag meermaals voorkomen aan de commandoregel\&. Het is de meest specifieke instelling die uitwerking heeft\&. Indien u dus \fB\-\-log\-level=aptitude\&.resolver:fatal\fR en \fB\-\-log\-level=aptitude\&.resolver\&.hints\&.match:trace\fR opgeeft, dan zullen berichten uit \fBaptitude\&.resolver\&.hints\&.parse\fR enkel weergegeven worden als hun niveau \fBfatal\fR is, maar zullen alle berichten uit \fBaptitude\&.resolver\&.hints\&.match\fR weergegeven worden\&. Indien u het niveau voor eenzelfde categorie twee of meer keren instelt, zal het de laatste instelling zijn die uitwerking heeft\&. .sp Dit heeft geen invloed op het loggen van de installaties die \fBaptitude\fR uitgevoerd heeft (/var/log/aptitude)\&. De logberichten die ten gevolge van deze instelling opgeschreven worden hebben betrekking op interne programmagebeurtenissen, fouten en informatie gericht op debuggen\&. Zie de commandoregeloptie \fB\-\-log\-file\fR om de plaats waar logberichten terecht komen te wijzigen\&. .sp Dit komt overeen met de configuratiegroep \fBAptitude::Logging::Levels\fR\&. .RE .PP \fB\-\-log\-resolver\fR .RS 4 Stel een aantal standaardlogniveaus in verband met de oplosser in om loguitvoer te produceren, geschikt om door geautomatiseerd gereedschap verwerkt te worden\&. Dit is het equivalent van de commandoregelopties \fB\-\-log\-level=aptitude\&.resolver\&.search:trace \-\-log\-level=aptitude\&.resolver\&.search\&.tiers:info\fR\&. .RE .PP \fB\-\-no\-new\-installs\fR .RS 4 Voorkom dat \fBsafe\-upgrade\fR nieuwe pakketten installeert\&. Sta de vereistenoplosser niet toe om nieuwe pakketten te installeren bij het gebruik van de veilige oplosser (d\&.w\&.z\&. als de optie \fB\-\-safe\-resolver\fR opgegeven werd of als \fBAptitude::Always\-Use\-Safe\-Resolver\fR ingesteld werd op \fBtrue\fR)\&. Deze optie heeft uitwerking ongeacht de waarde van \fBAptitude::Safe\-Resolver::No\-New\-Installs\fR\&. .sp Dit imiteert het vroegere gedrag van \fBapt\-get upgrade\fR\&. .RE .PP \fB\-\-no\-new\-upgrades\fR .RS 4 Verbied bij het gebruik van de oplosser in veilige modus (d\&.w\&.z\&. als de optie \fB\-\-safe\-resolver\fR opgegeven werd of als \fBAptitude::Always\-Use\-Safe\-Resolver\fR ingesteld werd op \fBtrue\fR) dat de vereistenoplosser opwaarderingen van pakketten installeert en dit ongeacht de waarde van \fBAptitude::Safe\-Resolver::No\-New\-Upgrades\fR\&. .RE .PP \fB\-\-no\-show\-resolver\-actions\fR .RS 4 Geef de acties die door de \(lqveilige\(rq oplosser ondernomen worden, niet weer en hef een eventuele configuratieoptie in dat verband of een eerder opgegeven \fB\-\-show\-resolver\-actions\fR op\&. .RE .PP \fB\-O\fR <\fIvolgorde\fR>, \fB\-\-sort\fR <\fIvolgorde\fR> .RS 4 Geef op in welke volgorde de uitvoer van de commando\*(Aqs \fBsearch\fR en \fBversions\fR weergegeven moet worden\&. Indien u bijvoorbeeld \(lq\fBinstallsize\fR\(rq opgeeft als <\fIvolgorde\fR>, zullen pakketten weergegeven worden volgens hun grootte na installatie (zie voor meer informatie de sectie \(lqAanpassen hoe pakketten geordend worden\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR)\&. .sp Door een tilde\-teken (\fB~\fR) te plaatsen voor de volgordeaanduiding, wordt de volgorde gewijzigd van oplopend naar aflopend\&. .sp De standaardvolgorde is \fBname,version\fR\&. .RE .PP \fB\-o\fR <\fIsleutel\fR>\fB=\fR<\fIwaarde\fR> .RS 4 Stel een configuratiebestandsoptie rechtstreeks in\&. Gebruik bijvoorbeeld \fB\-o Aptitude::Log=/tmp/my\-log\fR om de log van de acties van \fBaptitude\fR te laten opschrijven in /tmp/my\-log\&. Zie voor meer informatie over configuratiebestandsopties de sectie \(lqReferentiegids voor het configuratiebestand\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR\&. .RE .PP \fB\-P\fR, \fB\-\-prompt\fR .RS 4 Vraag altijd om bevestiging vooraleer pakketten te downloaden, te installeren of te verwijderen, zelfs wanneer er geen andere acties dan die waarom expliciet gevraagd werd, uitgevoerd zullen worden\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Always\-Prompt\fR\&. .RE .PP \fB\-\-purge\-unused\fR .RS 4 Indien \fBAptitude::Delete\-Unused\fR ingesteld staat op \(lq\fBtrue\fR\(rq (wat standaard het geval is), dan zal \fBaptitude\fR niet enkel de pakketten die door geen enkel ge\(:installeerd pakket meer vereist worden, verwijderen maar ze ook wissen, wat het wissen van hun configuratiebestanden en eventuele andere belangrijke gegevens inhoudt\&. Zie voor meer informatie over welke pakketten als \(lqongebruikt\(rq beschouwd worden, de sectie \(lqHet beheer van automatisch ge\(:installeerde pakketten\(rq in de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR\&. \fIDeze optie kan tot gegevensverlies leiden! Gebruik ze dus enkel als u weet wat u doet!\fR .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::Purge\-Unused\fR\&. .RE .PP \fB\-q\fR\fB[=<\fIn\fR>]\fR, \fB\-\-quiet\fR\fB[=<\fIn\fR>]\fR .RS 4 Onderdruk alle incrementele voortgangsindicatoren en maak de uitvoer daardoor geschikt voor loggen\&. Dit kan meerdere keren opgegeven worden om het programma minder breedsprakig te maken, maar in tegenstelling tot \fBapt\-get\fR, laat \fBaptitude\fR het gebruik van \fB\-y\fR niet toe als \fB\-q\fR meer dan \('e\('en keer opgegeven werd\&. .sp Het facultatieve \fB=\fR\fB<\fIn\fR>\fR kan gebruikt worden om rechtstreeks het niveau van breedsprakigheid in te stellen (om bijvoorbeeld een instelling uit /etc/apt/apt\&.conf te omzeilen)\&. Het lokt bij het programma hetzelfde gedrag uit als wanneer \fB\-q\fR exact <\fIn\fR> maal zou opgegeven worden\&. .RE .PP \fB\-R\fR, \fB\-\-without\-recommends\fR .RS 4 Behandel aanbevolen pakketten \fIniet\fR als vereisten bij het installeren van nieuwe pakketten (dit heeft voorrang op instellingen uit /etc/apt/apt\&.conf en ~/\&.aptitude/config)\&. Omwille van aanbevelingen eerder ge\(:installeerde pakketten zullen niet verwijderd worden\&. .sp Dit komt overeen met het paar configuratieopties \fBAPT::Install\-Recommends\fR en \fBAPT::AutoRemove::RecommendsImportant\fR\&. .RE .PP \fB\-r\fR, \fB\-\-with\-recommends\fR .RS 4 Behandel aanbevolen pakketten als vereisten bij het installeren van nieuwe pakketten (dit heeft voorrang op instellingen uit /etc/apt/apt\&.conf en ~/\&.aptitude/config)\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAPT::Install\-Recommends\fR .RE .PP \fB\-\-remove\-user\-tag \fR\fB<\fImerkteken\fR>\fR .RS 4 Bij \fBfull\-upgrade\fR, \fBsafe\-upgrade\fR, \fBforbid\-version\fR, \fBhold\fR, \fBinstall\fR, \fBkeep\-all\fR, \fBmarkauto\fR, \fBunmarkauto\fR, \fBpurge\fR, \fBreinstall\fR, \fBremove\fR, \fBunhold\fR en \fBunmarkauto\fR: verwijder het gebruikerslabel (user tag) <\fImerkteken\fR> van alle pakketten die door dit commando ge\(:installeerd, verwijderd of opgewaardeerd werden alsof het commando \fBadd\-user\-tag\fR gebruikt werd\&. .RE .PP \fB\-\-remove\-user\-tag\-from \fR\fB<\fImerkteken\fR>\fR\fB,\fR\fB<\fIpatroon\fR>\fR .RS 4 Bij \fBfull\-upgrade\fR, \fBsafe\-upgrade\fR, \fBforbid\-version\fR, \fBhold\fR, \fBinstall\fR, \fBkeep\-all\fR, \fBmarkauto\fR, \fBunmarkauto\fR, \fBpurge\fR, \fBreinstall\fR, \fBremove\fR, \fBunhold\fR en \fBunmarkauto\fR: verwijder het gebruikerslabel (user tag) <\fImerkteken\fR> van alle pakketten die beantwoorden aan het <\fIpatroon\fR> alsof het commando \fBremove\-user\-tag\fR gebruikt werd\&. Het patroon is een zoekpatroon, zoals beschreven in de sectie \(lqSearch Patterns\(rq van de referentiehandleiding van \fBaptitude\fR\&. .sp Bijvoorbeeld, \fBaptitude safe\-upgrade \-\-remove\-user\-tag\-from "niet\-opgewaardeerd,?action(upgrade)"\fR zal het merkteken \fBniet\-opgewaardeerd\fR verwijderen van alle pakketten die met het commando \fBsafe\-upgrade\fR opgewaardeerd kunnen worden\&. .RE .PP \fB\-s\fR, \fB\-\-simulate\fR .RS 4 Geef in de commandoregelmodus weer welke acties normaal gezien uitgevoerd zouden worden, zonder ze evenwel effectief uit te voeren\&. Dit vereist geen systeembeheerdersrechten (de privileges van root)\&. Open in de visuele interface de cache steeds in alleen\-lezen modus, ongeacht het feit of u root bent of niet\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::Simulate\fR\&. .RE .PP \fB\-\-safe\-resolver\fR .RS 4 Gebruik bij het tegenkomen van vereistenproblemen een \(lqveilig\(rq algoritme om ze op te lossen\&. Deze oplosser probeert zoveel mogelijk van uw keuzes te behouden\&. Hij zal nooit een pakket verwijderen en nooit een andere versie van een pakket installeren dan zijn standaard kandidaatversie\&. Hetzelfde algoritme wordt gebruikt bij \fBsafe\-upgrade\fR\&. Het is inderdaad zo dat \fBaptitude \-\-safe\-resolver full\-upgrade\fR het equivalent is van \fBaptitude safe\-upgrade\fR\&. Omdat \fBsafe\-upgrade\fR steeds de veilige oplosser gebruikt, wordt het niet toegestaan om er de vlag \fB\-\-safe\-resolver\fR bij te gebruiken\&. .sp Deze optie is het equivalent van het instellen van de configuratievariabele \fBAptitude::Always\-Use\-Safe\-Resolver\fR op \fBtrue\fR\&. .RE .PP \fB\-\-schedule\-only\fR .RS 4 Doet commando\*(Aqs die de toestand van pakketten wijzigen, die operaties agenderen voor de toekomst zonder ze effectief uit te voeren\&. Geagendeerde operaties kunt u effectief laten doorvoeren door het uitvoeren van de opdracht \fBaptitude install\fR zonder argumenten\&. Dit is het equivalent van het maken van de overeenkomstige selecties in de visuele modus om vervolgens het programma op een normale manier af te sluiten\&. .sp Bijvoorbeeld, \fBaptitude \-\-schedule\-only install evolution\fR agendeert de installatie van het programma \fBevolution\fR voor later\&. .RE .PP \fB\-\-show\-package\-names\fR <\fIwanneer\fR> .RS 4 Regelt wanneer het commando \fBversions\fR pakketnamen weergeeft\&. De volgende instellingen kunnen gebruikt worden: .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBalways\fR: geef pakketnamen weer telkens wanneer \fBaptitude versions\fR uitgevoerd wordt\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBauto\fR: geef bij het uitvoeren van \fBaptitude versions\fR de pakketnamen weer als de uitvoer niet volgens pakket gegroepeerd wordt en er ofwel meer dan een argument opgegeven werd of een argument dat als een zoekpatroon geldt\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04'\(bu\h'+03'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP \(bu 2.3 .\} \fBnever\fR: geef in de uitvoer van \fBaptitude versions\fR nooit pakketnamen weer\&. .RE .sp Deze optie komt overeen met het configuratie\-item \fBAptitude::CmdLine::Versions\-Show\-Package\-Names\fR\&. .RE .PP \fB\-\-show\-resolver\-actions\fR .RS 4 Geef de acties weer die uitgevoerd worden door de \(lqveilige\(rq oplosser en door \fBsafe\-upgrade\fR\&. .sp Bij het uitvoeren van het commando \fBsafe\-upgrade\fR of wanneer de optie \-\-safe\-resolver gebruikt wordt, zal \fBaptitude\fR eerst een samenvatting weergeven van de acties die de resolver uitgevoerd heeft en daarna pas de voorafbeelding van de installatie\&. Dit is het equivalent van de configuratieoptie \fBAptitude::Safe\-Resolver::Show\-Resolver\-Actions\fR\&. .RE .PP \fB\-\-show\-summary\fR\fB[=<\fIMODUS\fR>]\fR .RS 4 Wijzigt het gedrag van \(lq\fBaptitude why\fR\(rq zodat het elke uitvoer van een keten van vereisten samenvat, eerder dan ze in de lange vorm weer te geven\&. Indien deze optie gebruikt werd en <\fIMODUS\fR> niet \(lq\fBno\-summary\fR\(rq is, zullen ketens die vereisten van het type Suggests bevatten, niet weergegeven worden: combineer\fB\-\-show\-summary\fR met \fB\-v\fR om een samenvatting te zien van alle redenen voor de installatie van het doelpakket\&. .sp <\fIMODUS\fR> kan \('e\('en van de volgende zijn: .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04' 1.\h'+01'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP " 1." 4.2 .\} \fBno\-summary\fR: geen samenvatting geven (het standaardgedrag als \fB\-\-show\-summary\fR niet opgegeven is)\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04' 2.\h'+01'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP " 2." 4.2 .\} \fBfirst\-package\fR: geef het eerste pakket uit elke keten weer\&. Dit is de standaardwaarde van <\fIMODUS\fR> als niets gespecificeerd werd\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04' 3.\h'+01'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP " 3." 4.2 .\} \fBfirst\-package\-and\-type\fR: geef het eerste pakket uit elke keten weer, samen met het niveau van de zwakste vereiste uit de keten\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04' 4.\h'+01'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP " 4." 4.2 .\} \fBall\-packages\fR: geef in het kort elke keten van vereisten weer die naar het doelpakket leidt\&. .RE .sp .RS 4 .ie n \{\ \h'-04' 5.\h'+01'\c .\} .el \{\ .sp -1 .IP " 5." 4.2 .\} \fBall\-packages\-with\-dep\-versions\fR: geef in het kort elke keten van vereisten weer die naar het doelpakket leidt, met inbegrip van de doelversie van elke vereiste\&. .RE .sp Deze optie komt overeen met het configuratie\-item \fBAptitude::CmdLine::Show\-Summary\fR\&. Als \fB\-\-show\-summary\fR aan de commandoregel opgegeven werd, zal het voorrang hebben op \fBAptitude::CmdLine::Show\-Summary\fR\&. .PP \fBVoorbeeld 12. Gebruik van \-\-show\-summary\fR \fB\-\-show\-summary\fR gebruikt samen met \fB\-v\fR om alle redenen voor het installeren van een pakket weer te geven: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude \-v \-\-show\-summary why foomatic\-db Pakketten die afhangen van foomatic\-db: cupsys\-driver\-gutenprint foomatic\-db\-engine foomatic\-db\-gutenprint foomatic\-db\-hpijs foomatic\-filters\-ppds foomatic\-gui kde printconf wine $ aptitude \-v \-\-show\-summary=first\-package\-and\-type why foomatic\-db Pakketten die afhangen van foomatic\-db: [Vereist] cupsys\-driver\-gutenprint [Vereist] foomatic\-db\-engine [Vereist] foomatic\-db\-gutenprint [Vereist] foomatic\-db\-hpijs [Vereist] foomatic\-filters\-ppds [Vereist] foomatic\-gui [Vereist] kde [Vereist] printconf [Vereist] wine $ aptitude \-v \-\-show\-summary=all\-packages why foomatic\-db Pakketten die afhangen van foomatic\-db: cupsys\-driver\-gutenprint D: cups\-driver\-gutenprint D: cups R: foomatic\-filters R: foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db foomatic\-filters\-ppds D: foomatic\-filters R: foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db kde D: kdeadmin R: system\-config\-printer\-kde D: system\-config\-printer R: hal\-cups\-utils D: cups R: foomatic\-filters R: foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db wine D: libwine\-print D: cups\-bsd R: cups R: foomatic\-filters R: foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db foomatic\-db\-gutenprint D: foomatic\-db foomatic\-db\-hpijs D: foomatic\-db foomatic\-gui D: python\-foomatic D: foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db printconf D: foomatic\-db $ aptitude \-v \-\-show\-summary=all\-packages\-with\-dep\-versions why foomatic\-db Pakketten die afhangen van foomatic\-db: cupsys\-driver\-gutenprint D: cups\-driver\-gutenprint (>= 5\&.0\&.2\-4) D: cups (>= 1\&.3\&.0) R: foomatic\-filters (>= 4\&.0) R: foomatic\-db\-engine (>= 4\&.0) D: foomatic\-db (>= 20090301) foomatic\-filters\-ppds D: foomatic\-filters R: foomatic\-db\-engine (>= 4\&.0) D: foomatic\-db (>= 20090301) kde D: kdeadmin (>= 4:3\&.5\&.5) R: system\-config\-printer\-kde (>= 4:4\&.2\&.2\-1) D: system\-config\-printer (>= 1\&.0\&.0) R: hal\-cups\-utils D: cups R: foomatic\-filters (>= 4\&.0) R: foomatic\-db\-engine (>= 4\&.0) D: foomatic\-db (>= 20090301) wine D: libwine\-print (= 1\&.1\&.15\-1) D: cups\-bsd R: cups R: foomatic\-filters (>= 4\&.0) R: foomatic\-db\-engine (>= 4\&.0) D: foomatic\-db (>= 20090301) foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db foomatic\-db\-gutenprint D: foomatic\-db foomatic\-db\-hpijs D: foomatic\-db foomatic\-gui D: python\-foomatic (>= 0\&.7\&.9\&.2) D: foomatic\-db\-engine D: foomatic\-db (>= 20090301) printconf D: foomatic\-db .fi .if n \{\ .RE .\} .sp \fB\-\-show\-summary\fR gebruikt om een keten op \('e\('en regel weer te geven: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude \-\-show\-summary=all\-packages why aptitude\-gtk libglib2\&.0\-data Pakketten die afhangen van libglib2\&.0\-data: aptitude\-gtk D: libglib2\&.0\-0 R: libglib2\&.0\-data .fi .if n \{\ .RE .\} .RE .PP \fB\-t\fR <\fIrelease\fR>, \fB\-\-target\-release\fR <\fIrelease\fR> .RS 4 Stelt de release in van waaruit pakketten ge\(:installeerd moeten worden\&. Bijvoorbeeld, \(lq\fBaptitude \-t experimental \&.\&.\&.\fR\(rq zal pakketten installeren uit de distributie \*(Aqexperimental\*(Aq (experimenteel), tenzij u anders specificeert\&. .sp Dit be\(:invloedt wat de standaard kandidaatversie van een pakket is, volgens de regels die beschreven worden in \fBapt_preferences\fR(5)\&. .sp Dit komt overeen met het configuratie\-item \fBAPT::Default\-Release\fR\&. .RE .PP \fB\-V\fR, \fB\-\-show\-versions\fR .RS 4 Toon de versie van de pakketten die ge\(:installeerd zullen worden\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Show\-Versions\fR\&. .RE .PP \fB\-v\fR, \fB\-\-verbose\fR .RS 4 Heeft als gevolg dat sommige commando\*(Aqs (bijvoorbeeld \fBshow\fR) extra informatie weergeven\&. Dit kan meerdere keren opgegeven worden om meer en meer informatie te bekomen\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Verbose\fR\&. .RE .PP \fB\-\-version\fR .RS 4 Geef de versie van \fBaptitude\fR weer en wat informatie over hoe het gecompileerd werd\&. .RE .PP \fB\-\-visual\-preview\fR .RS 4 Bij het installeren of verwijderen van pakketten aan de commandoregel wordt niet de gebruikelijke prompt weergegeven, maar wordt de visuele interface opgestart met het scherm met de voorafbeelding\&. .RE .PP \fB\-W\fR, \fB\-\-show\-why\fR .RS 4 Laat in de voorafbeelding die getoond wordt vooraleer pakketten ge\(:installeerd of verwijderd worden, zien welk handmatig ge\(:installeerd pakket welke automatisch ge\(:installeerde pakketten vereist\&. Bijvoorbeeld: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude \-\-show\-why install mediawiki \&.\&.\&. De volgende NIEUWE pakketten zullen ge\(:installeerd worden: libapache2\-mod\-php5{a} (for mediawiki) mediawiki php5{a} (for mediawiki) php5\-cli{a} (for mediawiki) php5\-common{a} (for mediawiki) php5\-mysql{a} (for mediawiki) .fi .if n \{\ .RE .\} .sp In combinatie met \fB\-v\fR of een niet lege waarde van \fBAptitude::CmdLine::Verbose\fR geeft dit de volledige keten van vereisten weer die voor elk te installeren pakket leidt tot diens installatie\&. Bijvoorbeeld: .sp .if n \{\ .RS 4 .\} .nf $ aptitude \-v \-\-show\-why install libdb4\&.2\-dev De volgende NIEUWE pakketten zullen ge\(:installeerd worden: libdb4\&.2{a} (libdb4\&.2\-dev D: libdb4\&.2) libdb4\&.2\-dev De volgende pakketten zullen worden VERWIJDERD: libdb4\&.4\-dev{a} (libdb4\&.2\-dev C: libdb\-dev P<\- libdb\-dev) .fi .if n \{\ .RE .\} .sp Zoals hierboven getoond wordt, zal deze optie ook beschrijven waarom pakketten verwijderd worden\&. In dit voorbeeld conflicteert libdb4\&.2\-dev met libdb\-dev, waarin door libdb\-dev voorzien wordt\&. .sp Dit argument komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Show\-Why\fR en geeft dezelfde informatie weer als die welke door \fBaptitude why\fR en \fBaptitude why\-not\fR berekend wordt\&. .RE .PP \fB\-w\fR <\fIbreedte\fR>, \fB\-\-width\fR <\fIbreedte\fR> .RS 4 Geef aan welke schermbreedte gebruikt moet worden voor de uitvoer van de commando\*(Aqs \fBsearch\fR en \fBversions\fR (in de commandoregelmodus)\&. .sp Standaard en als de uitvoer rechtstreeks op de terminal te zien is, wordt de terminalbreedte gebruikt\&. Als de uitvoer omgeleid wordt of door een pijp gestuurd wordt, wordt een zeer grote "ongelimiteerde" lijnbreedte gebruikt en wordt deze optie genegeerd\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Package\-Display\-Width\fR .RE .PP \fB\-y\fR, \fB\-\-assume\-yes\fR .RS 4 Neem aan dat de gebruiker \(lqja\(rq zou antwoorden als er een ja/nee\-vraag gesteld zou worden\&. Meer bepaald onderdrukt dit de vraag die getoond wordt bij het installeren, opwaarderen of verwijderen van pakketten\&. Vragen in verband met \(lqgevaarlijke\(rqacties, zoals het verwijderen van essenti\(:ele pakketten, zullen nog steeds weergegeven worden\&. Deze optie heeft voorrang op \fB\-P\fR\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Assume\-Yes\fR\&. .RE .PP \fB\-Z\fR .RS 4 Toon voor elk individueel pakket dat ge\(:installeerd, opgewaardeerd of verwijderd zal worden, hoeveel schijfruimte gebruikt of vrijgemaakt zal worden\&. .sp Dit komt overeen met de configuratieoptie \fBAptitude::CmdLine::Show\-Size\-Changes\fR\&. .RE .PP De volgende opties zijn van toepassing op de visuele modus van het programma, maar zijn in de eerste plaats voor intern gebruik bedoeld\&. Normaal gezien zult u ze zelf niet moeten gebruiken\&. .PP \fB\-\-autoclean\-on\-startup\fR .RS 4 Verwijdert bij het opstarten van het programma oude gedownloade bestanden (het equivalent voor het opstarten van het programma en onmiddellijk Acties \(-> Verouderde bestanden wissen selecteren)\&. U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met \(lq\fB\-\-clean\-on\-startup\fR\(rq, \(lq\fB\-i\fR\(rq of \(lq\fB\-u\fR\(rq\&. .RE .PP \fB\-\-clean\-on\-startup\fR .RS 4 Ruimt de pakketcache op bij het opstarten van het programma (het equivalent voor het programma opstarten en onmiddellijk Acties \(-> Pakketcache opruimen selecteren)\&. U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met \(lq\fB\-\-autoclean\-on\-startup\fR\(rq, \(lq\fB\-i\fR\(rq of \(lq\fB\-u\fR\(rq\&. .RE .PP \fB\-i\fR .RS 4 Geeft bij het opstarten van het programma een voorafbeelding van de downloads (het equivalent voor het opstarten van het programma en onmiddellijk op \(lqg\(rq drukken)\&. U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met \(lq\fB\-\-autoclean\-on\-startup\fR\(rq, \(lq\fB\-\-clean\-on\-startup\fR\(rq of \(lq\fB\-u\fR\(rq\&. .RE .PP \fB\-S\fR <\fIbestandsnaam\fR> .RS 4 Haalt de uitgebreide statusinformatie op uit <\fIbestandsnaam\fR> in plaats van uit het standaard statusbestand\&. .RE .PP \fB\-u\fR .RS 4 Begint bij het opstarten van het programma onmiddellijk de pakketlijst bij te werken\&. U kunt deze optie niet tegelijkertijd gebruiken met \(lq\fB\-\-autoclean\-on\-startup\fR\(rq, \(lq\fB\-\-clean\-on\-startup\fR\(rq of \(lq\fB\-i\fR\(rq\&. .RE .SH "OMGEVING" .PP \fBHOME\fR .RS 4 Indien $HOME/\&.aptitude bestaat, zal \fBaptitude\fR zijn configuratiebestand opslaan in $HOME/\&.aptitude/config\&. Anders zal het op zoek gaan naar de thuismap van de huidige gebruiker via \fBgetpwuid\fR(2) en zijn configuratiebestand daar plaatsen\&. .RE .PP \fBPAGER\fR .RS 4 Indien deze omgevingsvariabele ingesteld werd, zal \fBaptitude\fR daarvan gebruik maken om de logs met wijzigingen (changelogs) weer te geven wanneer \(lq\fBaptitude changelog\fR\(rq uitgevoerd wordt\&. Indien hij niet ingesteld is, zal teruggevallen worden op \fBmore\fR, wat de standaard is\&. .RE .PP \fBTMP\fR .RS 4 Indien er geen waarde ingesteld is voor \fBTMPDIR\fR, zal \fBaptitude\fR zijn tijdelijk bestanden plaatsen in \fBTMP\fR als die variabele ingesteld werd\&. Anders zal het ze opslaan in /tmp\&. .RE .PP \fBTMPDIR\fR .RS 4 \fBaptitude\fR zal zijn tijdelijke bestanden plaatsen in de map die door deze omgevingsvariabele aangeduid wordt\&. Indien er geen waarde voor \fBTMPDIR\fR ingesteld werd, zal \fBTMP\fR gebruikt worden\&. Als ook \fBTMP\fR niet ingesteld is, zal \fBaptitude\fR /tmp gebruiken\&. .RE .SH "BESTANDEN" .PP /var/lib/aptitude/pkgstates .RS 4 Het bestand waarin de toestand van pakketten en sommige pakketvlaggen opgeslagen worden\&. .RE .PP /etc/apt/apt\&.conf, /etc/apt/apt\&.conf\&.d/*, ~/\&.aptitude/config .RS 4 De configuratiebestanden voor \fBaptitude\fR\&. ~/\&.aptitude/config heeft voorrang op /etc/apt/apt\&.conf\&. Zie \fBapt.conf\fR(5) voor documentatie over de indeling en de inhoud van deze bestanden\&. .RE .SH "ZIE OOK" .PP \fBapt-get\fR(8), \fBapt\fR(8), /usr/share/doc/aptitude/html/<\fItaalcode\fR>/index\&.html van het pakket aptitude\-doc\-<\fItaalcode\fR> .SH "AUTEURS" .PP \fBDaniel Burrows\fR <\&dburrows@debian.org\&> .RS 4 Hoofdauteur van het document. .RE .PP \fBManuel A. Fernandez Montecelo\fR <\&mafm@debian.org\&> .RS 4 Belangrijkste onderhouder na Daniel Burrows, documentatie over nieuwe functionaliteit, correcties en opmaak. .RE .SH "COPYRIGHT" .br .PP Copyright 2004\-2011 Daniel Burrows\&. .PP Copyright 2014\-2016 Manuel A\&. Fernandez Montecelo .PP Deze man\-pagina is vrije software\&. U kunt ze verspreiden en/of wijzigen volgens de voorwaarden van de GNU General Public License gepubliceerd door de Free Software Foundation, versie 2 of (volgens uw keuze) elke latere versie\&. .PP Deze man\-pagina wordt verdeeld in de hoop dat ze nuttig zal zijn, maar ZONDER ENIGE GARANTIE, zelfs zonder de impliciete garantie van VERHANDELBAARHEID of GESCHIKTHEID VOOR EEN SPECIFIEK DOEL\&. Raadpleeg de GNU General Public License voor meer details\&. .PP Samen met dit programma zou u een kopie van de GNU General Public License ontvangen moeten hebben\&. Is dat niet het geval, schrijf dan naar the Free Software Foundation, Inc\&., 51 Franklin Street, Fifth Floor, Boston, MA 02110\-1301 USA\&. .sp