.\" dpkg manual page - dpkg-buildpackage(1) .\" .\" Copyright © 1995-1996 Ian Jackson .\" Copyright © 2000 Wichert Akkerman .\" Copyright © 2007-2008 Frank Lichtenheld .\" Copyright © 2008-2015 Guillem Jover .\" Copyright © 2008-2012 Rapha\(:el Hertzog .\" .\" This is free software; you can redistribute it and/or modify .\" it under the terms of the GNU General Public License as published by .\" the Free Software Foundation; either version 2 of the License, or .\" (at your option) any later version. .\" .\" This is distributed in the hope that it will be useful, .\" but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of .\" MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the .\" GNU General Public License for more details. .\" .\" You should have received a copy of the GNU General Public License .\" along with this program. If not, see . . .\"******************************************************************* .\" .\" This file was generated with po4a. Translate the source file. .\" .\"******************************************************************* .TH dpkg\-buildpackage 1 2019-06-03 1.19.7 dpkg\-suite .nh .SH NAAM dpkg\-buildpackage \- binaire of broncodepakketten bouwen uit de broncode . .SH OVERZICHT \fBdpkg\-buildpackage\fP [\fIoptie\fP...] . .SH BESCHRIJVING \fBdpkg\-buildpackage\fP is een programma dat het proces van het bouwen van een Debian pakket automatiseert. Het bestaat uit de volgende stappen: .IP \fB1.\fP 3 Het bereidt de bouwomgeving voor door verschillende omgevingsvariabelen in te stellen(zie \fBOMGEVING\fP), voert de uitbreiding (hook) \fBinit\fP uit en roept \fBdpkg\-source \-\-before\-build\fP aan (tenzij \fB\-T\fP of \fB\-\-target\fP gebruikt werd). .IP \fB2.\fP 3 Het controleert of voldaan is aan de bouw\-vereisten en de bouw\-tegenstrijdigheden (tenzij \fB\-d\fP of \fB\-\-no\-check\-builddeps\fP opgegeven werd). .IP \fB3.\fP 3 Indien met de optie \fB\-T\fP of \fB\-\-target\fP een of meer specifieke doelen geselecteerd werden, roept het deze doelen aan en stopt dan. Anders voert het de uitbreiding (hook) \fBpreclean\fP uit en roept het \fBfakeroot debian/rules clean\fP aan om de bouwboom zuiver te maken (tenzij \fB\-nc\fP of \fB\-\-no\-pre\-clean\fP opgegeven werd). .IP \fB4.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBsource\fP uit en roept \fBdpkg\-source \-b\fP aan om het broncodepakket te genereren (indien het bouwen van \fBsource\fP aangevraagd werd met \fB\-\-build\fP of gelijkwaardige opties). .IP \fB5.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBbuild\fP uit en roept \fBdebian/rules\fP \fIbuild\-target\fP aan. Het voert vervolgens de uitbreiding (hook) \fBbinary\fP uit, gevolgd door \fBfakeroot debian/rules\fP \fIbinary\-target\fP (tenzij enkel de bouw van het broncodepakket gevraagd werd met \fB\-\-build=source\fP of gelijkwaardige opties). Merk op dat \fIbuild\-target\fP en \fIbinary\-target\fP ofwel \fBbuild\fP en \fBbinary\fP zijn (de standaardsituatie, of indien een bouw van het type \fBany\fP en \fBall\fP aangevraagd werd met \fB\-\-build\fP of gelijkwaardige opties), ofwel \fBbuild\-arch\fP en \fBbinary\-arch\fP (indien een bouw van het type \fBany\fP maar niet \fBall\fP aangevraagd werd met \fB\-\-build\fP of gelijkwaardige opties), ofwel \fBbuild\-indep\fP en \fBbinary\-indep\fP (indien een bouw van het type \fBall\fP maar niet \fBany\fP aangevraagd werd met \fB\-\-build\fP of gelijkwaardige opties). .IP \fB6.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBbuildinfo\fP uit en roept \fBdpkg\-genbuildinfo\fP aan om een bestand \fB.buildinfo\fP aan te maken. Verschillende opties van \fBdpkg\-buildpackage\fP worden aan \fBdpkg\-genbuildinfo\fP overgemaakt. .IP \fB7.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBchanges\fP uit en roept \fBdpkg\-genchanges\fP aan om een bestand \fB.changes\fP aan te maken. De naam van het \&\fB.changes\fP\-bestand is afhankelijk van het bouwtype en zal zo specifiek als nodig zijn, maar niet meer dan dat. Voor een bouw die \fBany\fP bevat, zal de naam \fIbroncode\-naam\fP\fB_\fP\fIbinaire\-versie\fP\fB_\fP\fIarch\fP\fB.changes\fP zijn. Voor een bouw die \fBall\fP bevat, zal de naam \fIbroncode\-naam\fP\fB_\fP\fIbinaire\-versie\fP\fB_\fP\fBall.changes\fP zijn. En voor een bouw die \fBsource\fP bevat, zal de naam \fIbroncode\-naam\fP\fB_\fP\fIbroncode\-versie\fP\fB_\fP\fBsource.changes\fP zijn. Veel opties van \fBdpkg\-buildpackage\fP worden aan \fBdpkg\-genchanges\fP overgemaakt. .IP \fB8.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBpostclean\fP uit en als \fB\-tc\fP of \fB\-\-post\-clean\fP werd opgegeven zal het nogmaals \fBfakeroot debian/rules clean\fP aanroepen. .IP \fB9.\fP 3 Het roept \fBdpkg\-source \-\-after\-build\fP aan. .IP \fB10.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBcheck\fP uit en roept een pakketcontroleprogramma aan voor nazicht van het bestand \fB.changes\fP (indien er in \fBDEB_CHECK_COMMAND\fP of met \fB\-\-check\-command\fP een commando opgegeven werd). .IP \fB11.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBsign\fP uit en roept \fBgpg2\fP of \fBgpg\fP aan (voor zover het geen bouw van het type UNRELEASED is) voor het ondertekenen van het bestand \fB.dsc\fP (als dat bestaat, tenzij \fB\-us\fP of \fB\-\-unsigned\-source\fP opgegeven werden), van het bestand \fB.buildinfo\fP (tenzij \fB\-ui\fP, \fB\-\-unsigned\-buildinfo\fP, \fB\-uc\fP of \fB\-\-unsigned\-changes\fP opgegeven werden) en van het bestand \fB.changes\fP (tenzij \fB\-uc\fP of \fB\-\-unsigned\-changes\fP opgegeven werden). .IP \fB12.\fP 3 Het voert de uitbreiding (hook) \fBdone\fP uit. . .SH OPTIES Alle opties kunnen zowel opgegeven worden aan de commandoregel als in de systeem\- en gebruikersconfiguratiebestanden voor \fBdpkg\-buildpackage\fP. Elke regel in het configuratiebestand is ofwel een optie (exact hetzelfde als de commandoregeloptie, maar zonder de verbindingsstreepjes aan het begin) of commentaar (als hij begint met een \(oq\fB#\fP\(cq). .TP \fB\-\-build=\fP\fItype\fP Geeft het bouw\-\fItype\fP op vanuit een lijst van door komma's gescheiden componenten (sinds dpkg 1.18.5). Wordt doorgegeven aan \fBdpkg\-genchanges\fP. De waarden die gebruikt mogen worden zijn: .RS .TP \fBsource\fP Bouwt het broncodepakket. Opmerking: Indien u deze waarde op zichzelf staand gebruikt en indien uw enige bedoeling is om het bronpakket gewoon (opnieuw) te bouwen vanuit een zuivere broncodeboom, dan is het altijd beter om rechtstreeks \fBdpkg\-source\fP te gebruiken, aangezien dat niet vereist dat eventuele bouwvereisten ge\(:installeerd worden, welke anders nodig zijn om in staat te zijn het doelwit \fBclean\fP te aanroepen. .TP \fBany\fP Bouwt de architectuurspecifieke binaire pakketten. .TP \fBall\fP Bouwt de architectuuronafhankelijke binaire pakketten. .TP \fBbinary\fP Bouwt de architectuurspecifieke en de architectuuronafhankelijke binaire pakketten. Dit is een alias voor \fBany,all\fP. .TP \fBfull\fP Bouwt alles. Dit is een alias voor \fBsource,any,all\fP en identiek aan de standaardsituatie wanneer geen bouwoptie opgegeven werd.. .RE .TP \fB\-g\fP Het equivalent van \fB\-\-build=source,all\fP (sinds dpkg 1.17.11). .TP \fB\-G\fP Het equivalent van \fB\-\-build=source,any\fP (sinds dpkg 1.17.11). .TP \fB\-b\fP Het equivalent van \fB\-\-build=binary\fP of \fB\-\-build=any,all\fP. .TP \fB\-B\fP Het equivalent van \fB\-\-build=any\fP. .TP \fB\-A\fP Het equivalent van \fB\-\-build=all\fP. .TP \fB\-S\fP Het equivalent van \fB\-\-build=source\fP. .TP \fB\-F\fP Het equivalent van \fB\-\-build=full\fP, \fB\-\-build=source,binary\fP of \fB\-\-build=source,any,all\fP (sinds dpkg 1.15.8). .TP \fB\-\-target=\fP\fItarget\fP[,...] .TQ \fB\-\-target \fP\fIdoel\fP[,...] .TQ \fB\-T\fP, \fB\-\-rules\-target=\fP\fItarget\fP[,...] Roept na het opzetten van de bouwomgeving per opgegeven target eenmaal \fBdebian/rules\fP \fIdoel\fP aan en stopt het proces van het bouwen van het pakket hier (sinds dpkg 1.15.0, de lange optie sinds dpkg 1.18.8, de ondersteuning voor meerdere targets sinds dpkg 1.18.16). Indien ook \fB\-\-as\-root\fP opgegeven werd, dan wordt het commando als systeembeheerder uitgevoerd (zie \fB\-\-root\-command\fP). Merk op dat gekende targets die verplicht als systeembeheerder moeten uitgevoerd worden, deze optie niet nodig hebben (d.w.z. de targets \fBclean\fP, \fBbinary\fP, \fBbinary\-arch\fP en \fBbinary\-indep\fP). .TP \fB\-\-as\-root\fP Enkel zinvol in samenhang met \fB\-\-target\fP (sinds dpkg 1.15.0). Vereist dat het doel met systeembeheerdersrechten uitgevoerd wordt. .TP \fB\-si\fP .TQ \fB\-sa\fP .TQ \fB\-sd\fP .TQ \fB\-v\fP\fIversie\fP .TQ \fB\-C\fP\fIbeschrijving\-van\-de\-wijzigingen\fP .TQ \fB\-m\fP, \fB\-\-release\-by=\fP\fIadres\-van\-de\-pakketonderhouder\fP .TQ \fB\-e\fP, \fB\-\-build\-by=\fP\fIadres\-van\-de\-pakketonderhouder\fP Wordt ongewijzigd doorgegeven aan \fBdpkg\-genchanges\fP. Zie de man\-pagina ervan. .TP \fB\-a\fP, \fB\-\-host\-arch\fP \fIarchitectuur\fP Geef de Debian\-architectuur op waarvoor we bouwen (lange optie sinds dpkg 1.17.17). De architectuur van de machine waarop we bouwen, wordt automatisch vastgesteld en ze wordt ook als standaard genomen voor de hostmachine. .TP \fB\-t\fP, \fB\-\-host\-type\fP \fIgnu\-systeemtype\fP Geef het GNU\-systeemtype op waarvoor we bouwen (lange optie sinds dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van \fB\-\-host\-arch\fP of als een aanvulling om het standaard GNU\-systeemtype voor de Debian\-architectuur van de host aan te passen. .TP \fB\-\-target\-arch\fP \fIarchitectuur\fP Geef de Debian\-architectuur op waarvoor de gebouwde programma's zullen bouwen (sinds dpkg 1.17.17). De standaardwaarde is de hostmachine. .TP \fB\-\-target\-type\fP \fIgnu\-systeemtype\fP Geef het GNU\-systeemtype op waarvoor de gebouwde programma's zullen bouwen (sinds dpkg 1.17.17). Het kan gebruikt worden in de plaats van \fB\-\-target\-arch\fP of als een aanvulling om het standaard GNU\-systeemtype voor de Debian doelarchitectuur aan te passen. .TP \fB\-P\fP, \fB\-\-build\-profiles=\fP\fIprofiel\fP[\fB,\fP...] Geef het/de profiel(en) die we bouwen op in een lijst met een komma als scheidingsteken (sinds dpkg 1.17.2, de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Het standaardgedrag is om niet voor een specifiek profiel te bouwen. Stelt ze ook in (als een lijst met een spatie als scheidingsteken) als de omgevingsvariabele \fBDEB_BUILD_PROFILES\fP, hetgeen bijvoorbeeld toelaat aan \fBdebian/rules\fP\-bestanden om gebruik te maken van deze informatie bij voorwaardelijke bouwoperaties. .TP \fB\-j\fP, \fB\-\-jobs\fP[=\fItaken\fP|\fBauto\fP] Aantal taken dat gelijktijdig mag uitgevoerd worden, waarbij het aantal taken overeenkomt met het aantal beschikbare processoren als \fBauto\fP opgegeven werd (sinds dpkg 1.17.10), of onbeperkt is als \fItaken\fP niet opgegeven werd. Dit is het equivalent van de gelijknamige optie voor \fBmake\fP(1) (sinds dpkg 1.14.7, lange optie sinds dpkg 1.18.8). Het voegt zichzelf toe aan de omgevingsvariabele \fBMAKEFLAGS\fP, waardoor elke erop volgende aanroep van make de optie overerft en parallelle taakuitvoering dus opgelegd wordt bij het maken van pakketten (en mogelijks ook oplegt aan het bouwsysteem van de toeleveraar indien dat gebruik maakt van make), ongeacht het feit of er ondersteuning is voor het in parallel bouwen, hetgeen tot mislukkingen bij het bouwen kan leiden. Het voegt ook \fBparallel=\fP\fItaken\fP of \fBparallel\fP toe aan de omgevingsvariabele \fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP, hetgeen debian/rules\-bestanden in staat stelt van deze informatie gebruik te maken voor eigen doeleinden. De waarde \fB\-j\fP heeft voorrang op de optie \fBparallel=\fP\fItaken\fP of \fBparallel\fP in de omgevingsvariabele \fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP. Merk op dat de waarde \fBauto\fP zal vervangen worden door het effectieve aantal momenteel actieve processoren en ze dus als zodanig naar geen enkel onderliggend proces doorgegeven zal worden. Indien het aantal beschikbare processoren niet afgeleid kan worden, dan zal de code terugvallen op het gebruiken van seri\(:ele uitvoering (sinds dpkg 1.18.15), hoewel dit enkel zou mogen gebeuren op exotische en niet\-ondersteunde systemen. .TP \fB\-J\fP, \fB\-\-jobs\-try\fP[=\fItaken\fP|\fBauto\fP] Deze optie (sinds dpkg 1.18.2, de lange optie sinds dpkg 1.18.8) is het equivalent van de optie \fB\-j\fP, behalve dat ze de omgevingsvariabele \fBMAKEFLAGS\fP niet instelt. Als zodanig is het veiliger om ze te gebruiken met elk pakket, ook met die waarvoor het niet zeker is dat in parallel bouwen mogelijk is. \fBauto\fP is het standaardgedrag (sinds dpkg 1.18.11). Het aantal jobs instellen op 1 zal het seri\(:ele gedrag opnieuw instellen. .TP \fB\-D\fP, \fB\-\-check\-builddeps\fP Controleer bouwvereisten en tegenstrijdigheden en breek af als er niet aan voldaan is (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag. .TP \fB\-d\fP, \fB\-\-no\-check\-builddeps\fP Controleer bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). .TP \fB\-\-ignore\-builtin\-builddeps\fP Controleer ingebouwde bouwvereisten en tegenstrijdigheden niet (sinds dpkg 1.18.2). Dit zijn de distributiespecifieke impliciete bouwvereisten die gewoonlijk noodzakelijk zijn in een bouwomgeving, de zogenaamde set van pakketten van het type Build\-Essential. .TP \fB\-\-rules\-requires\-root\fP Honoreer het veld \fBRules\-Requires\-Root\fP niet; er wordt teruggevallen op zijn verouderde standaardwaarde (since dpkg 1.19.1). .TP \fB\-nc\fP, \fB\-\-no\-pre\-clean\fP Schoon voor het bouwen de broncodeboom niet op (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Impliceert \fB\-b\fP indien geen van de opties \fB\-F\fP, \fB\-g\fP, \fB\-G\fP, \fB\-B\fP, \fB\-A\fP of \fB\-S\fP gekozen werd. Gecombineerd met \fB\-S\fP impliceert dit \fB\-d\fP (sinds dpkg 1.18.0). .TP \fB\-\-pre\-clean\fP Schoon voor het bouwen de broncodeboom op (sinds dpkg 1.18.8). Dit is het standaardgedrag. .TP \fB\-tc\fP, \fB\-\-post\-clean\fP Schoon de broncodeboom op (met \fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP \fBdebian/rules clean\fP) nadat het pakket gebouwd werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). .TP \fB\-\-no\-post\-clean\fP Schoon de broncodeboom niet op na het bouwen van het pakket (sinds dpkg 1.19.1). Dit is het standaardgedrag. .TP \fB\-r\fP, \fB\-\-root\-command=\fP\fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP Wanneer \fBdpkg\-buildpackage\fP een deel van het bouwproces in de hoedanigheid van root (systeembeheerder) moet uitvoeren, laat het het commando dat het uitvoert voorafgaan door \fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP indien er een opgegeven werd (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Anders, als er geen opgegeven werd, wordt standaard \fBfakeroot\fP gebruikt als het beschikbaar is. \fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP moet beginnen met de naam van een programma in het \fBPATH\fP en krijgt als argumenten de naam van het echte commando dat uitgevoerd moet worden en de argumenten die het moet krijgen. \fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP kan parameters bevatten (ze moeten met spaties van elkaar gescheiden worden) maar geen shell\-metatekens. Doorgaans is \fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP \fBfakeroot\fP, \fBsudo\fP, \fBsuper\fP of \fBreally\fP. \fBsu\fP is niet geschikt, aangezien het enkel de shell van de gebruiker kan aanroepen met \fB\-c\fP in plaats van afzonderlijke argumenten door te geven aan het uit te voeren commando. .TP \fB\-R\fP, \fB\-\-rules\-file=\fP\fIrules\-bestand\fP Een Debian\-pakket bouwen houdt meestal het aanroepen van \fBdebian/rules\fP in als een commando met verschillende standaardparameters (sinds dpkg 1.14.17, de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Met deze optie is het mogelijk om een andere programma\-aanroep te gebruiken om het pakket te bouwen (ze kan parameters bevatten die onderling door spaties gescheiden worden). Anderzijds kan de optie ook gebruikt worden om het standaard rules\-bestand uit te voeren met een ander make\-programma (bijvoorbeeld door \fB/usr/local/bin/make \-f debian/rules\fP te gebruiken als \fIrules\-bestand\fP). .TP \fB\-\-check\-command=\fP\fIcontrolecommando\fP Commando dat gebruikt wordt om het bestand \fB.changes\fP zelf en eventuele gebouwde artefacten waarnaar in het bestand verwezen wordt, te controleren (sinds dpkg 1.17.6). Het commando moet als argument de padnaam van \&\fB.changes\fP krijgen. Gewoonlijk is dit commando \fBlintian\fP. .TP \fB\-\-check\-option=\fP\fIoptie\fP Geef optie \fIoptie\fP door aan het \fIcontrolecommando\fP dat gespecificeerd werd met \fBDEB_CHECK_COMMAND\fP of met \fB\-\-check\-command\fP (sinds dpkg 1.17.6). Kan meermaals gebruikt worden. .TP \fB\-\-hook\-\fP\fIhook\-naam\fP\fB=\fP\fIhook\-commando\fP Stelt de opgegeven shell\-code \fIhook\-commando\fP in als de uitbreiding (hook) \fIhook\-naam\fP, die zal uitgevoerd worden op de momenten die in de uitvoeringsstappen gepreciseerd worden (sinds dpkg 1.17.6). De uitbreidingen (hooks) zullen steeds uitgevoerd worden, zelfs als de volgende actie niet uitgevoerd wordt (met uitzondering voor de uitbreiding (hook) \fBbinary\fP). Alle uitbreidingen (hooks) zullen uitgevoerd worden in de map van de uitgepakte broncode. Opmerking: uitbreidingen (hooks) kunnen het bouwproces be\(:invloeden en leiden tot het mislukken van de bouw als hun commando's falen. Wees dus alert voor onbedoelde consequenties. Momenteel worden de volgende \fIhook\-namen\fP ondersteund \fBinit preclean source build binary buildinfo changes postclean check sign done\fP Het \fIhook\-commando\fP ondersteunt de volgende substitutie\-indelingstekenreeksen, die er voorafgaand aan de uitvoering op toegepast zullen worden: .RS .TP \fB%%\fP E\('en enkel %\-teken. .TP \fB%a\fP Een booleaanse waarde (0 of 1), die aangeeft of de volgende actie uitgevoerd wordt of niet. .TP \fB%p\fP De naam van het broncodepakket. .TP \fB%v\fP De versie van het broncodepakket. .TP \fB%s\fP De versie van het broncodepakket (zonder de epoch). .TP \fB%u\fP Het upstream versienummer (toeleveraarsversie). .RE .TP \fB\-\-buildinfo\-option=\fP\fIoptie\fP Geef optie \fIoptie\fP door aan \fBdpkg\-genbuildinfo\fP (sinds dpkg 1.18.11). Kan meermaals gebruikt worden. .TP \fB\-p\fP, \fB\-\-sign\-command=\fP\fIondertekeningscommando\fP Als \fBdpkg\-buildpackage\fP GPG moet uitvoeren om een controlebestand (\fB.dsc\fP) van de broncode of een bestand \fB.changes\fP te ondertekenen zal het \fIondertekeningscommando\fP (en indien nodig daarbij het \fBPATH\fP doorzoeken) uitvoeren in plaats van \fBgpg2\fP of \fBgpg\fP (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). Aan \fIondertekeningscommando\fP zullen alle argumenten meegegeven worden die anders aan \fBgpg2\fP of \fBgpg\fP gegeven zouden zijn. \fIondertekeningscommando\fP mag geen spaties bevatten en geen andere shell\-metatekens. .TP \fB\-k\fP, \fB\-\-sign\-key=\fP\fIsleutel\-id\fP Geef de sleutel\-ID op die gebruikt moet worden om pakketten te ondertekenen (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). .TP \fB\-us\fP, \fB\-\-unsigned\-source\fP Onderteken het broncodepakket niet (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). .TP \fB\-ui\fP, \fB\-\-unsigned\-buildinfo\fP Onderteken het bestand \fB.buildinfo\fP niet (sinds dpkg 1.18.19). .TP \fB\-uc\fP, \fB\-\-unsigned\-changes\fP Onderteken de bestanden \fB.buildinfo\fP en \fB.changes\fP niet (de lange optie sinds dpkg 1.18.8). .TP \fB\-\-no\-sign\fP Onderteken geen enkel bestand; dit omvat het broncodepakket, het bestand \&\fB.buildinfo\fP en het bestand \fB.changes\fP (sinds dpkg 1.18.20). .TP \fB\-\-force\-sign\fP Verplicht het ondertekenen van de resulterende bestanden (sinds dpkg 1.17.0), ongeacht \fB\-us\fP, \fB\-\-unsigned\-source\fP, \fB\-ui\fP, \fB\-\-unsigned\-buildinfo\fP, \fB\-uc\fP, \fB\-\-unsigned\-changes\fP of overige interne heuristiek. .TP \fB\-sn\fP .TQ \fB\-ss\fP .TQ \fB\-sA\fP .TQ \fB\-sk\fP .TQ \fB\-su\fP .TQ \fB\-sr\fP .TQ \fB\-sK\fP .TQ \fB\-sU\fP .TQ \fB\-sR\fP .TQ \fB\-i\fP, \fB\-\-diff\-ignore\fP[=\fIregex\fP] .TQ \fB\-I\fP, \fB\-\-tar\-ignore\fP[=\fIpatroon\fP] .TQ \fB\-z\fP, \fB\-\-compression\-level=\fP\fIniveau\fP .TQ \fB\-Z\fP, \fB\-\-compression=\fP\fIcompressor\fP Wordt ongewijzigd doorgegeven aan \fBdpkg\-source\fP. Zie de man\-pagina ervan. .TP \fB\-\-source\-option=\fP\fIoptie\fP Geef optie \fIoptie\fP door aan \fBdpkg\-source\fP (sinds dpkg 1.15.6). Kan meermaals gebruikt worden. .TP \fB\-\-changes\-option=\fP\fIoptie\fP Geef optie \fIoptie\fP door aan \fBdpkg\-genchanges\fP (sinds dpkg 1.15.6). Kan meermaals gebruikt worden. .TP \fB\-\-admindir=\fP\fImap\fP .TQ \fB\-\-admindir \fP\fImap\fP Geef een andere locatie op voor de database van \fBdpkg\fP (sinds dpkg 1.14.0). De standaardlocatie is \fI/var/lib/dpkg\fP. .TP \fB\-?\fP, \fB\-\-help\fP Toon info over het gebruik en sluit af. .TP \fB\-\-version\fP Toon de versie en sluit af. . .SH OMGEVING .SS "Externe omgeving" .TP \fBDEB_CHECK_COMMAND\fP Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als het commando waarmee het bestand \fB.changes\fP gecontroleerd wordt (sinds dpkg 1.17.6). De optie \fB\-\-check\-command\fP heeft hierop voorrang. .TP \fBDEB_SIGN_KEYID\fP Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden om de bestanden \&\fB.changes\fP en \fB.dsc\fP te ondertekenen (sinds dpkg 1.17.2). De optie \fB\-\-sign\-key\fP heeft hierop voorrang. .TP \fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP Indien dit ingesteld werd, bevat het een lijst van door spaties van elkaar gescheiden opties die het bouwproces kunnen be\(:invloeden in \fIdebian/rules\fP en het gedrag van sommige dpkg\-commando's. Bij \fBnocheck\fP zal de variabele \fBDEB_CHECK_COMMAND\fP genegeerd worden. Bij \fBparallel=\fP\fIN\fP zal het aantal parallelle taken op \fIN\fP ingesteld worden, maar de optie \fB\-\-jobs\-try\fP heeft hierop voorrang. .TP \fBDEB_BUILD_PROFILES\fP Indien dit ingesteld werd, zal het gebruikt worden als het/de actieve bouwprofiel(en) voor het pakket dat gebouw wordt (sinds dpkg 1.17.2). Het is een lijst van profielnamen die onderling door een spatie gescheiden zijn. De optie \fB\-P\fP heeft hierop voorrang. .TP \fBDPKG_COLORS\fP Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen worden zijn: \fBauto\fP (standaard), \fBalways\fP en \fBnever\fP. .TP \fBDPKG_NLS\fP Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het activeren van moedertaalondersteuning, ook gekend als internationaliseringsondersteuning (of i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige waarden zijn: \fB0\fP and \fB1\fP (standaard). .SS "Interne omgeving" Zelfs al exporteert \fBdpkg\-buildpackage\fP sommige variabelen, toch mag \fBdebian/rules\fP er niet op rekenen dat ze aanwezig zijn en moet het in de plaats daarvan gebruik maken van de desbetreffende interface om de benodigde variabelen op te halen, aangezien dat bestand.het belangrijkste aanspreekpunt is voor het bouwen van pakketten en de op zichzelf staande uitvoering ervan ondersteund moet zijn. .TP \fBDEB_BUILD_*\fP .TQ \fBDEB_HOST_*\fP .TQ \fBDEB_TARGET_*\fP \fBdpkg\-architecture\fP wordt aangeroepen met de doorgegeven parameters \fB\-a\fP en \fB\-t\fP. Eventuele variabelen die zijn optie \fB\-s\fP als uitvoer geeft, worden in de bouwomgeving ge\(:integreerd. .TP \fBDEB_RULES_REQUIRES_ROOT\fP Deze variabele wordt ingesteld op de waarde die verkregen wordt uit het veld \fBRules\-Requires\-Root\fP of vanuit de commandoregel. Indien ze ingesteld is, zal ze een geldige waarde zijn voor het veld \fBRules\-Requires\-Root\fP. Ze wordt gebruikt om \fBdebian/rules\fP te informeren of de specificatie \fBrootless\-builds.txt\fP ondersteund wordt. .TP \fBDEB_GAIN_ROOT_CMD\fP Deze variabele wordt ingesteld op \fIgain\-root\-command\fP wanneer het veld \fBRules\-Requires\-Root\fP ingesteld staat op een andere waarde dan \fBno\fP of \fBbinary\-targets\fP. .TP \fBSOURCE_DATE_EPOCH\fP Deze variabele wordt ingesteld op de Unix\-tijd (timestamp) sinds het tijdstip (de epoch) van het laatste item in \fIdebian/changelog\fP, voor zover hij niet reeds gedefinieerd is. . .SH BESTANDEN .TP \fI/etc/dpkg/buildpackage.conf\fP Configuratiebestand dat voor het hele systeem geldt .TP \fI$XDG_CONFIG_HOME/dpkg/buildpackage.conf\fP of .TQ \fI$HOME/.config/dpkg/buildpackage.conf\fP Configuratiebestand dat gebruikersafhankelijk is. . .SH OPMERKINGEN .SS "Compileervlaggen worden niet langer ge\(:exporteerd" Tussen dpkg 1.14.17 en 1.16.1 exporteerde \fBdpkg\-buildpackage\fP compileervlaggen (\fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP, \fBFFLAGS\fP, \fBCPPFLAGS\fP en \fBLDFLAGS\fP) met de waarden die door \fBdpkg\-buildflags\fP teruggegeven werden. Dit is niet langer het geval .SS "Standaard bouwtargets" \fBdpkg\-buildpackage\fP gebruikt sinds dpkg 1.16.2 de targets \fBbuild\-arch\fP en \fBbuild\-indep\fP. Deze targets zijn dus verplicht. Maar om te vermijden dat bestaande pakketten defect raken en om de overgang te vergemakkelijken, zal het, indien het broncodepakket niet zowel architectuuronafhankelijke als architectuurspecifieke binaire pakketten bouwt (sinds dpkg 1.18.8), terugvallen op het gebruik van het target \fBbuild\fP indien \fBmake \-f debian/rules \-qn\fP \fIbouwtarget\fP 2 teruggeeft als afsluitwaarde. .SH BUGS Het zou mogelijk moeten zijn om spaties en shell\-metatekens en initi\(:ele argumenten op te geven voor \fIcommando\-om\-root\-te\-worden\fP en \fIondertekeningscommando\fP. . .SH "ZIE OOK" .ad l \fBdpkg\-source\fP(1), \fBdpkg\-architecture\fP(1), \fBdpkg\-buildflags\fP(1), \fBdpkg\-genbuildinfo\fP(1), \fBdpkg\-genchanges\fP(1), \fBfakeroot\fP(1), \fBlintian\fP(1), \fBgpg2\fP(1), \fBgpg\fP(1).