.\" dpkg manual page - deb-control(5) .\" .\" Copyright © 1995 Raul Miller, Ian Jackson, Ian Murdock .\" Copyright © 1999 Ben Collins .\" Copyright © 2000 Wichert Akkerman .\" Copyright © 2007-2011, 2013-2015 Guillem Jover .\" Copyright © 2008-2012 Rapha\(:el Hertzog .\" .\" This is free software; you can redistribute it and/or modify .\" it under the terms of the GNU General Public License as published by .\" the Free Software Foundation; either version 2 of the License, or .\" (at your option) any later version. .\" .\" This is distributed in the hope that it will be useful, .\" but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of .\" MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the .\" GNU General Public License for more details. .\" .\" You should have received a copy of the GNU General Public License .\" along with this program. If not, see . . .\"******************************************************************* .\" .\" This file was generated with po4a. Translate the source file. .\" .\"******************************************************************* .TH deb\-control 5 2019-06-03 1.19.7 dpkg\-suite .nh .SH NAAM deb\-control \- Indeling van het hoofdcontrolebestand van de Debian binaire pakketten . .SH OVERZICHT control . .SH BESCHRIJVING Elk Debian binair pakket bevat een hoofdcontrolebestand \fIcontrol\fP, dat uit een aantal velden bestaat. Ieder veld begint met een markering, zoals \fBPackage\fP of \fBVersion\fP (niet hoofdlettergevoelig), gevolgd door een dubbele punt en de tekstinhoud van het veld. Velden worden enkel door veldmarkeringen begrensd. De tekstinhoud van het veld kan met andere woorden verschillende regels lang zijn, maar de installatiegereedschappen zullen bij het verwerken van de tekstinhoud de regels gewoonlijk samenvoegen (behalve voor het veld \fBDescription\fP; zie hierna) . .SH VELDEN .TP \fBPackage:\fP \fIpakketnaam\fP (verplicht) De waarde van dit veld bepaalt de pakketnaam en wordt door de meeste installatiegereedschappen gebruikt om bestandsnamen te genereren. .TP \fBPackage\-Type:\fP \fBdeb\fP|\fBudeb\fP|\fItype\fP Dit veld definieert het pakkettype. \fBudeb\fP is voor pakketten waarvan de omvang aan beperkingen onderworpen is en die door het installatieprogramma van Debian gebruikt worden. \fBdeb\fP is de standaardwaarde, die verondersteld wordt als het veld ontbreekt. In de toekomst kunnen nog andere types toegevoegd worden. .TP \fBVersion:\fP \fIversie\-tekenreeks\fP (verplicht) Gewoonlijk is dit het originele versienummer van het pakket, welke vorm de auteur van het programma er ook aan geeft. Het kan ook een Debian\-revisienummer bevatten (voor niet uit Debian stammende pakketten). De exacte indeling en het sorteringsalgoritme worden beschreven in \fBdeb\-version\fP(7). .TP \fBMaintainer:\fP \fIvolledige\-naam\-en\-e\-mail\fP (aanbevolen) Moet opgemaakt worden volgens de indeling \(lqJoe Bloggs \(rq, en is gewoonlijk de persoon die het pakket maakte, in tegenstelling tot de auteur van de verpakte software. .TP \fBDescription:\fP \fIkorte\-beschrijving\fP (aanbevolen) .TQ \fB \fP\fIuitgebreide\-beschrijving\fP .br De indeling van een pakketbeschrijving bestaat uit een beknopte korte samenvatting op de eerste regel (na de veldmarkering \fBDescription\fP) en een langere meer gedetailleerde beschrijving op de volgende regels. Elke regel van de uitgebreide beschrijving moet voorafgegaan worden door een spatie, en lege regels in de uitgebreide beschrijving moeten \('e\('en enkele \(oq\fB.\fP\(cq bevatten die volgt op de eraan voorafgaande spatie. .TP \fBSection:\fP\fI sectie\fP Dit is een veld van algemene aard dat het pakket in een categorie onderbrengt op basis van de software die het installeert. Enkele gebruikelijke secties zijn \fButils\fP, \fBnet\fP, \fBmail\fP, \fBtext\fP, \fBx11\fP, enz. .TP \fBPriority:\fP\fI prioriteit\fP Duidt het belang van dit pakket aan in verhouding tot het gehele systeem. Gebruikelijke prioriteiten zijn \fBrequired\fP, \fBstandard\fP, \fBoptional\fP, \fBextra\fP, enz. .LP De velden \fBSection\fP en \fBPriority\fP hebben gewoonlijk een welbepaalde set mogelijke waarden, afhankelijk van de richtlijnen van de distributie. . .TP \fBInstalled\-Size:\fP grootte Bij benadering de totale grootte van de door het pakket ge\(:installeerde bestanden, uitgedrukt in KiB. . .TP \fBEssential:\fP \fByes\fP|\fBno\fP Meestal is dit veld enkel nodig als het antwoord \fByes\fP is. Het duidt een pakket aan dat vereist is opdat het systeem behoorlijk zou functioneren. Dpkg of om het even welk ander installatiegereedschap zal niet toestaan dat een pakket van het type \fBEssential\fP verwijderd wordt (tenminste niet zonder dat \('e\('en van de forceeropties gebruikt wordt). .TP \fBBuild\-Essential:\fP \fByes\fP|\fBno\fP Meestal is dit veld enkel nodig als het antwoord \fByes\fP is en het wordt gewoonlijk ingevoegd door de archiefsoftware. Het duidt een pakket aan dat vereist is voor het bouwen van andere pakketten. .TP \fBArchitecture:\fP \fIarch\fP|\fBall\fP (aanbevolen) De architectuur geeft aan voor welk type hardware dit pakket gecompileerd werd. Gebruikelijke architecturen zijn \fBamd64\fP, \fBarmel\fP, \fBi386\fP, \fBpowerpc\fP, enz. Merk op dat de waarde \fBall\fP bedoeld is voor pakketten die architectuuronafhankelijk zijn. Enkele voorbeelden hiervan zijn shell\- en Perl\-scripts en documentatie. .TP \fBOrigin:\fP\fI naam\fP De naam van de distributie waaruit dit pakket afkomstig is. .TP \fBBugs:\fP\fI URL\fP De \fIURL\fP van het opvolgingssysteem voor bugs van dit pakket. De indeling die momenteel gebruikt wordt is \fIbts\-type\fP\fB://\fP\fIbts\-adres\fP, zoals \fBdebbugs://bugs.debian.org\fP. .TP \fBHomepage:\fP\fI URL\fP De \fIURL\fP van de homepage van het toeleverend project (upstream). .TP \fBTag:\fP\fI lijst\-van\-markeringen\fP Lijst van markeringen (tags) die de eigenschappen van het pakket beschrijven. De beschrijving en de lijst van ondersteunde markeringen/tags is te vinden in het pakket \fBdebtags\fP. .TP \fBMulti\-Arch:\fP \fBno\fP|\fBsame\fP|\fBforeign\fP|\fBallowed\fP Dit veld wordt gebruikt om aan te geven hoe dit pakket zich moet gedragen op een multi\-arch installatie. .RS .TP \fBno\fP Dit is de standaardwaarde als dit veld weggelaten werd. Dit veld toevoegen met een expliciete waarde \fBno\fP is over het algemeen niet nodig. .TP \fBsame\fP Dit pakket is co\-installeerbaar met zichzelf, maar het kan niet gebruikt worden om te voldoen aan een vereiste van een pakket dat tot een andere architectuur behoort. .TP \fBforeign\fP Dit pakket is niet co\-installeerbaar met zichzelf, maar het mag wel de toestemming krijgen om te voldoen aan een architectuurkwalificatieloze vereiste van een pakket dat tot een andere architectuur behoort (indien een vereiste wel een expliciete architectuurkwalificatie heeft, wordt de waarde \fBforeign\fP genegeerd). .TP \fBallowed\fP Dit laat pakketten die dit pakket als vereiste hebben (reverse\-dependencies) toe om in hun \fBDepends\fP\-veld aan te geven dat ze dit pakket ook van een andere architectuur aanvaarden door bij de pakketnaam de kwalificatie \fB:any\fP te vermelden. Anders blijft dit zonder effect. .RE .TP \fBSource:\fP \fIbroncode\-naam\fP [\fB(\fP\fIbroncode\-versie\fP\fB)\fP] De naam van het broncodepakket waaruit dit binaire pakket afkomstig is, indien die verschillend is van de naam van het pakket zelf. Indien de versie van het broncodepakket verschilt van de versie van het binaire pakket, dan zal de \fIbroncode\-naam\fP gevolgd worden door een \fIbroncode\-versie\fP tussen haakjes. Dit kan het geval zijn als de upload een uitsluitend binaire upload is die niet door de onderhouder uitgevoerd wordt, of wanneer via \(Fo\fBdpkg\-gencontrol \-v\fP\(Fc voor het binaire pakket een verschillend versienummer ingesteld wordt. .TP \fBSubarchitecture:\fP\fI waarde\fP .TQ \fBKernel\-Version:\fP\fI waarde\fP .TQ \fBInstaller\-Menu\-Item:\fP\fI waarde\fP Deze velden worden door het installatieprogramma van Debian gebruikt en zijn meestal niet nodig. Zie voor meer details over deze velden /usr/share/doc/debian\-installer/devel/modules.txt uit het pakket \fBdebian\-installer\fP. .TP \fBDepends:\fP\fI pakketlijst\fP Lijst van de pakketten die dit pakket nodig heeft om meer dan een onbeduidende functionaliteit te kunnen bieden. Software voor pakketbeheer zal niet toelaten dat een pakket ge\(:installeerd wordt zonder dat de pakketten die in zijn veld \fBDepends\fP vermeld worden, ge\(:installeerd worden (tenminste niet zonder het gebruik van forceeropties). Tijdens een installatie wordt het postinst\-script van pakketten die in het veld \fBDepends\fP vermeld worden, uitgevoerd voor dat van het pakket dat van hen afhankelijk is. Bij het verwijderen van een dergelijk pakket daarentegen wordt het prerm\-script van dat pakket uitgevoerd voor die van pakketten die in zijn veld \fBDepends\fP vermeld staan. .TP \fBPre\-Depends:\fP\fI pakketlijst\fP Lijst van de pakketten die ge\(:installeerd \fBen\fP geconfigureerd moeten zijn vooraleer dit pakket ge\(:installeerd kan worden. Dit wordt meestal gebruikt in een geval waarin dit pakket een ander pakket nodig heeft om zijn preinst\-script te kunnen uitvoeren. .TP \fBRecommends:\fP\fI pakketlijst\fP Bevat een lijst van pakketten die samen met dit pakket aangetroffen worden op alle behalve ongewone installaties. Software voor pakketbeheer zal de gebruiker waarschuwen als die een pakket installeert zonder die welke vermeld worden in zijn veld \fBRecommends\fP. .TP \fBSuggests:\fP\fI pakketlijst\fP Bevat een lijst van pakketten die gerelateerd zijn aan dit pakket en mogelijks de bruikbaarheid ervan kunnen vergroten, hoewel het perfect acceptabel is om het zonder die pakketten te installeren. .LP De syntaxis van de velden \fBDepends\fP, \fBPre\-Depends\fP, \fBRecommends\fP en \fBSuggests\fP is een lijst van groepen van alternatieve pakketten. Elke groep is een lijst van pakketten die onderling gescheiden zijn door het symbool verticale streep (of \(lqpijp\(rq), \(oq\fB|\fP\(cq. De groepen worden onderling gescheiden door komma's. Een komma moet ge\(:interpreteerd worden als een \(lqAND\(rq en een pijp als een \(lqOR\(rq, waarbij pijpen de sterkste binding hebben. Elke pakketnaam kan facultatief gevolgd worden door een architectuurkwalificatie, die toegevoegd wordt na een dubbele punt \(oq\fB:\fP\(cq, facultatief gevolgd door de aanduiding van een versienummer tussen haakjes. .LP De naam van een architectuurkwalificatie kan echte Debian\-architectuurnaam zijn (sinds dpkg 1.16.5) of \fBany\fP (sinds dpkg 1.16.2). Indien ze weggelaten is, is ze standaard de architectuur van het huidige binaire pakket. Een echte Debian\-architectuurnaam komt exact overeen met die architectuur voor die pakketnaam; \fBany\fP komt overeen met om het even welke architectuur voor die pakketnaam als het pakket gemarkeerd werd als \fBMulti\-Arch: allowed\fP. .LP Een versienummer kan beginnen met een \(oq\fB>>\fP\(cq. In dat geval levert dit met alle latere versies een overeenkomst op. Een versienummer kan al dan niet ook een Debian\-pakketrevisie bevatten (met een koppelteken tussen versienummer en Debian\-pakketrevisie). Toegestane versierelaties zijn \(oq\fB>>\fP\(cq voor hoger dan, \(oq\fB<<\fP\(cq voor lager dan, \(oq\fB>=\fP\(cq voor hoger of gelijk aan, \(oq\fB<=\fP\(cq voor lager of gelijk aan en \(oq\fB=\fP\(cq voor gelijk aan. .TP \fBBreaks:\fP\fI pakketlijst\fP Bevat een lijst van pakketten die door dit pakket defect gemaakt worden, bijvoorbeeld door ze bloot te stellen aan bugs indien de vermelde pakketten op dit pakket zouden rekenen. Software voor pakketonderhoud zal het configureren van defecte pakketten niet toestaan. Meestal bestaat de oplossing erin de pakketten die in het veld \fBBreaks\fP vermeld worden, op te waarderen. .TP \fBConflicts:\fP\fI pakketlijst\fP Bevat een lijst van pakketten die in tegenstrijd/conflict zijn met dit pakket, bijvoorbeeld omdat ze bestanden met eenzelfde naam bevatten. Software voor pakketonderhoud zal niet toestaan dat tegenstrijdige pakketten tegelijkertijd ge\(:installeerd zijn. Twee tegenstrijdige pakketten moeten elk een \fBConflicts\fP\-regel bevatten met daarin de vermelding van het andere pakket. .TP \fBReplaces:\fP\fI pakketlijst\fP Lijst van pakketbestanden die door dit pakket vervangen worden. Dit wordt gebruikt om dit pakket de toelating te geven om bestanden uit een ander pakket te overschrijven. Het wordt gewoonlijk gebruikt samen met het veld \fBConflicts\fP om het verwijderen van het andere pakket af te dwingen als dit pakket dezelfde bestanden bevat als het pakket waarmee dit pakket in tegenstrijd is. .LP De syntaxis van \fBBreaks\fP, \fBConflicts\fP en \fBReplaces\fP is een lijst van met komma's (en facultatieve witruimte) gescheiden pakketnamen. In de velden \fBBreaks\fP en \fBConflicts\fP moet de komma ge\(:interpreteerd worden als een \(lqOR\(rq. Facultatief kan ook een architectuurkwalificatie toegevoegd worden aan de pakketnaam volgens dezelfde syntaxis als hierboven beschreven werd, maar de standaardwaarde is \fBany\fP in plaats van de architectuur van het binaire pakket. Ook kan bij de velden \fBBreaks\fP, \fBConflicts\fP en \fBReplaces\fP facultatief een versienummer toegevoegd worden volgens dezelfde syntaxis als hierboven werd beschreven. . .TP \fBEnhances:\fP\fI pakketlijst\fP Dit is een lijst met pakketten waarvoor dit pakket uitbreidingen biedt. Het is vergelijkbaar met \fBSuggests\fP, maar in de omgekeerde richting. .TP \fBProvides:\fP\fI pakketlijst\fP Dit is een lijst van virtuele pakketten waarin door dit pakket voorzien wordt. Gewoonlijk wordt dit gebruikt in het geval meerdere pakketten dezelfde dienst leveren. Bijvoorbeeld kunnen sendmail en exim beide als mailserver fungeren en daarom voorzien zij in een gemeenschappelijk pakket (\(lqmail\-transport\-agent\(rq) waarvan andere pakketten afhankelijk kunnen zijn. Dit laat sendmail of exim toe om te fungeren als een geldige optie om aan die vereiste te voldoen. Hierdoor is het voor pakketten die een mailserver nodig hebben niet nodig om van alle mailservers de pakketnaam te kennen en ze, gescheiden door een \(oq\fB|\fP\(cq, allemaal te vermelden in een lijst. .LP De syntaxis van \fBProvides\fP is een lijst van pakketnamen door komma's (en facultatieve witruimte) van elkaar gescheiden. Facultatief kan ook een architectuurkwalificatie toegevoegd worden aan de pakketnaam volgens dezelfde syntaxis als hierboven beschreven werd. Indien dit weggelaten werd, wordt standaard de architectuur genomen van het huidige binaire pakket. Facultatief kan ook een exact (is gelijk aan) versienummer opgegeven worden volgens dezelfde syntaxis als hierboven beschreven werd (gehonoreerd sinds dpkg 1.17.11). . .TP \fBBuilt\-Using:\fP\fI pakketlijst\fP Dit veld vermeldt extra broncodepakketten die gebruikt werden bij het bouwen van dit binaire pakket. Dit is een indicatie voor de software voor archiefonderhoud dat deze extra broncodepakketten behouden moeten blijven zolang dit binaire pakket gehandhaafd wordt. Dit veld moet bestaan uit een lijst van namen van broncodepakketten met een strikte \(oq\fB=\fP\(cq versierelatie. Merk op dat de software voor archiefonderhoud niet geneigd zal zijn om een upload te aanvaarden van een pakket dat verklaart een \fBBuilt\-Using\fP\-relatie te hebben waaraan in het archief niet voldaan kan worden. . .TP \fBBuilt\-For\-Profiles:\fP\fI profiel\-lijst (verouderd)\fP Dit veld werd vroeger gebruikt om een lijst van door spaties van elkaar gescheiden bouwprofielen op te sommen waarmee deze binaire pakketten gebouwd werden (sinds dpkg 1.17.2 tot 1.18.18). De informatie die vroeger in dit veld te vinden was, kan nu gevonden worden in het bestand \fB.buildinfo\fP dat het vervangt. . .TP \fBAuto\-Built\-Package:\fP\fI lijst\-met\-redenen\fP Dit veld somt een lijst van onderling door spaties gescheiden redenen op waarom dit pakket automatisch gegenereerd werd. Binaire pakketten die met dit veld gemarkeerd werden, zullen niet te vinden zijn in het hoofdcontrolebestand \fIdebian/control\fP van de broncode. De enige reden die momenteel gebruikt wordt, is \fBdebug\-symbols\fP. . .TP \fBBuild\-Ids:\fP\fI lijst met elf\-bouw\-id's\fP Dit veld geeft een lijst op van door witruimte van elkaar gescheiden ELF\-bouw\-id's. Dit zijn unieke identificatiesymbolen voor semantisch identieke ELF\-objecten, voor elk ervan in het pakket. . De indeling of de berekeningswijze voor elke bouw\-id ligt niet vast bij ontwerp. . .SH VOORBEELD .\" .RS .nf Pakket: grep Essentieel: ja Prioriteit: vereist Sectie: base Onderhouder: Wichert Akkerman Architectuur: sparc Versie: 2.4\-1 Voorvereiste: libc6 (>= 2.0.105) Voorziet in: rgrep Conflicteert met: rgrep Beschrijving: GNU grep, egrep en fgrep. De GNU familie van grep\-hulpprogramma's is misschien wel de "fastest grep in the west". GNU grep is gebaseerd op een snel `lazy\-state deterministic matcher' (ongeveer twee keer zo snel als een gewone Unix grep), gekruist met een Boyer\-Moore\-Gosper zoekalgoritme voor een vaste tekenreeks, hetgeen voorkomt dat niet\-voorkomende tekst wordt meegenomen in de volledige regexp zoekopdracht, zonder naar ieder teken te hoeven kijken. Het resultaat is gewoonlijk vele malen sneller dan Unix grep of egrep. (Maar reguliere expressies met terugverwijzingen zullen trager zijn. .fi .\" .RE . .SH BUGS Voor het veld \fBBuild\-Ids\fP wordt een eerder generieke naam gebruikt vanuit zijn originele context binnen een ELF\-object, welke een zeer specifieke functie en uitvoerbaar formaat heeft. . .SH "ZIE OOK" \fBdeb\-src\-control\fP(5), \fBdeb\fP(5), \fBdeb\-version\fP(7), \fBdebtags\fP(1), \fBdpkg\fP(1), \fBdpkg\-deb\fP(1).