Scroll to navigation

VI(1) General Commands Manual VI(1)

NAAM

ex, vi, view - tekstverwerkers

SAMENVATTING

ex [-eRrSsv] [-c opdr] [-t tag] [-w grootte] [bestand ...]
vi [-elRrSv] [-c opdr] [-t tag] [-w grootte] [bestand ...]
view [-eRrSv] [-c opdr] [-t tag] [-w grootte] [bestand ...]

LICENTIE

Het vi programma is vrij distribueerbaar. U bent uitgenodigd om het te kopiëren, aan te passen en delen met anderen, onder de voorwaarden gegeven in het `LICENSE' bestand. Als enig bedrijf (niet individu!) vi voldoende bruikbaar acht, dat u het zou hebben gekocht, of als enig bedrijf wenst om het te her-distribueren, worden donaties aan de auteurs gewaardeerd.

BESCHRIJVING

vi is een scherm-georiënteerde tekstverwerker. ex is een regel‐georiënteerde tekstverwerker. Ex en vi zijn verschillende interfaces voor hetzelfde programma, en het is mogelijk om tussen beide heen en weer te schakelen tijdens het tekstverwerken. View is hetzelfde als de -R (alleen‐lezen) optie voor vi.

Deze handleiding is de handleiding die met de nex/nvi versies van de ex/vi tekstverwerkers wordt geleverd. nex/nvi Zijn bedoeld als bug‐voor‐bug gelijke vervangingen voor de originele Vierde Berkeley Software Distributie (4BSD) ex en vi programma's. Voor de rest van deze handleiding wordt nex/vi alleen gebruikt als dat nodig is om onderscheid te maken tussen de historische implementaties van ex/vi.

Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers die al bekend zijn met ex/vi. De rest zal hoogstwaarschijnlijk een goede stap‐voor‐stap inleiding over deze tekstverwerker moeten lezen vóór deze handleiding. Als u in een onbekende omgeving bent, en absoluut onmiddellijk werk klaar moet krijgen, lees de sectie na de opties beschrijvingen getiteld “Snel Starten”. Dat is waarschijnlijk genoeg om u op weg te helpen.

De volgende opties zijn beschikbaar:

Voer opdr onmiddellijk uit na starten van de sessie. Vooral handig om naar een startpositie binnen het bestand te gaan, maar opdr is niet begrensd tot positionerings opdrachten. Dit is de POSIX 1003.2 interface voor de historische “+opdr” spelling. nex/nvi ondersteunt de oude en de nieuwe spelling.
Start tekstverwerken in ex mode, alsof het programma als ex werd aangeroepen.
Start verwerken met de `lisp' en `showmatch' opties gezet.
Start verwerken in alleen‐lezen mode, alsof het programma werd aangeroepen met de naam view, of de readonly optie gezet was.
Herstel de opgegeven bestanden, of, als geen bestanden werden gegeven, geef de bestanden die hersteld kunnen worden. Als geen herstelbare bestanden met de opgegeven naam bestaan wordt het bestand voor verwerken aangeboden, alsof de -r optie niet werd gegeven.
Draai met de secure verwerken optie gezet: staat toegang tot externe programma's niet toe.
Ga naar `batch' mode; alleen toepasselijk voor ex verwerkings-sessies. Batch mode is bruikbaar voor het draaien van ex scripts. Prompts, informerende berichten en andere gebruiker georiënteerde berichten worden uitgezet, en geen opstartbestanden of omgevingsvariabelen worden gelezen. Dit is de POSIX 1003.2 interface voor het historische “-” argument. nex/nvi ondersteunt de oude en nieuwe spelling.
Start verwerken bij de opgegeven tag. (Zie ctags(1)).
Zet de initiële venster grootte naar het opgegeven aantal regels.
Start verwerken in vi mode, alsof de opdrachtnaam vi of view was.

Let op dat de -F optie (die voorkwam dat ex/vi een volledige backup maakte van het doel bestand) is verwijderd en niet langer beschikbaar is.

Opdracht invoer voor ex/vi wordt van de standaard invoer gelezen. In de vi interface is het fout als de standaard invoer geen terminal is. In de ex interface worden opdrachten altijd gelezen, ook als de standaard invoer geen terminal is, maar de sessie zal in `batch' mode worden uitgevoerd, alsof de -s optie werd gegeven.

ex/vi eindigt met 0 bij slagen, en groter dan 0 als een fout optreedt.

SNEL STARTEN

Deze sectie vertelt wat u minimaal nodig heeft voor simpele tekstverwerking met vi. Als u nooit eerder een scherm tekstverwerker hebt gebruikt heeft u waarschijnlijk zelfs moeite met deze eenvoudige introductie.In dat geval zou u iemand moeten proberen te vinden die vi al kent, en die met u door deze sectie kan lopen.

Vi is een scherm-tekstverwerker. Dat betekend dat het gehele scherm wordt gebruikt, een deel van het bestand tonend op elke scherm-regel, behalve op de laatst regel van het scherm. De laatste regel op het scherm wordt gebruikt door u om opdrachten aan vi te geven, en door vi om informatie aan u te geven.

Het andere feit dat u moet begrijpen is dat vi een mode-tekstverwerker is, dat is: u bent óf tekst aan het invoeren, óf u bent opdrachten aan het uitvoeren, en u moet in de juiste mode zijn om het ene of het andere te doen. Als u een bestand begint te bewerken bent u in opdracht mode. Er zijn opdrachten die u naar invoer mode brengen. Er is maar één toets die u uit de invoer mode haalt, en dat is de <escape> toets. (Toets namen worden geschreven tussen kleiner dan < en groter-dan > tekens, dat is: <escape> betekend “escape” toets, gewoonlijk “esc” genaamd op uw terminal's toetsenbord.) Als u ooit in de war raakt over in welke mode u bent, blijf dan net zo lang op de <escape> toets drukken tot vi naar u piept. (In het algemeen zal vi naar u piepen als u iets probeert dat niet is toegestaan. Het zal ook fout berichten weergeven.)

Geef voor het bewerken van een bestand de opdracht “vi bestand_naam<regel_overhalen>”. De opdracht die u zo spoedig mogelijk zou moeten geven is “:set verbose showmode<regel-overhalen>”. Dit zal zorgen dat de tekstverwerker praatgrage foutberichten gaat geven en de huidige mode wordt zichtbaar gemaakt onderaan het scherm.

De opdrachten om binnen het bestand te bewegen zijn:

Verplaats de cursor één karakter naar links.
Verplaats de cursor één regel naar beneden.
Verplaats de cursor één regel naar boven.
Verplaats de cursor één karakter naar rechts.
<cursor‐pijlen>
De cursor pijl-toetsen zouden ook moeten werken.
/flopke<regel‐overhalen>
Zoek naar de string “flopke” in het bestand, en verplaats de cursor naar het eerste karakter ervan.

De opdrachten om nieuwe tekst in te voeren zijn:

Toevoegen nieuwe tekst, achter de cursor.
Invoegen nieuwe tekst, vóór de cursor.
Open een nieuwe regel onder de regel waar de cursor zich op bevindt, en start tekst-invoeren.
Open een nieuwe regel boven de regel waar de cursor zich op bevindt, en start tekst-invoeren.
<escape>
Als u eenmaal invoer mode bent binnengegaan met één van de volgende opdrachten: a, i, O of o, gebruik dan <escape> om te stoppen met het invoeren van tekst en terug te keren naar opdrachten mode.

De opdrachten om tekst te kopiëren zijn:

Kopieer de regel waar de cursor zich op bevindt.
Voeg de gekopieerde regel onder de regel waar de cursor zich op bevind.

De opdrachten om tekst te schrappen zijn:

Schrap de regel waar de cursor zich op bevindt.
Schrap het karakter waar de cursor op staat.

De opdrachten om een bestand weg te schrijven zijn:

:w<regel‐overhalen>
Schrijf het bestand terug naar het bestand met de naam die u origineel gebruikte als een argument voor de vi opdracht.
:w bestand_naam<regel‐overhalen>
Schrijf het bestand weg naar het bestand met de naam “bestand_naam”.

De opdrachten om het verwerken te stoppen en uit de tekstverwerker te gaan zijn:

:q<regel‐overhalen>
Stop bewerken en ga uit vi (als u het bestand heeft aangepast, maar de veranderingen niet hebt bewaard zal vi weigeren te stoppen).
:q!<regel‐overhalen>
Stop, vernietigt mogelijke aanpassingen die u hebt gemaakt.

Een laatste waarschuwing. Ongebruikelijke karakters kunnen meer dan één karakter op het scherm innemen, en lange regels kunnen meer dan een enkele schermregel nodig hebben. De bovenstaande opdracht werkt op “fysieke” karakters en regels, dat is, ze werken op de hele regel hoeveel schermregels die ook inneemt, en op het hele karakter, hoeveel kolommen het ook verbruikt.

VI OPDRACHTEN

De volgende sectie beschrijft de opdrachten voorhanden in de opdracht mode van de vi tekstverwerker. In elke onderstaande alinea geeft de titel-regel het gebruik voor die opdracht weer.

[tel] <controle‐A>
Zoek voorwaarts naar de tel-de verschijning van het huidige woord.
[tel] <controle‐B>
Pagineer achterwaarts tel schermen.
[tel] <controle‐D>
Schuif het scherm tel regels voorwaarts.
[tel] <controle‐E>
Schuif het scherm tel regels voorwaarts, de huidige kolom en regel zo latend als mogelijk.
[tel] <controle‐F>
Pagineer tel schermen voorwaarts.
<controle‐G>
Toon bestand informatie.
<controle‐H>
[tel] h
Verplaats de cursor tel karakters terug op de huidige regel.
[tel] <controle‐J>
[tel] <controle‐N>
[tel] j
Verplaats de cursor tel regels naar beneden zonder de huidige kolom te veranderen.
<controle‐L>
<controle‐R>
Herteken het scherm.
[tel] <controle‐M>
[tel] +
Verplaats de cursor tel regels naar beneden naar het eerste niet-witruimte karakter op die regel.
[tel] <controle‐P>
[tel] k
Verplaats de cursor tel regels omhoog, zonder de huidige kolom te veranderen.
<controle‐T>
Keer terug naar de meest recente `tag' context.
<controle‐U>
Schuif het scherm tel regels achterwaarts.
<controle‐W>
Schakel één venster naar beneden op het scherm, of naar het eerste venster als er geen lagere zijn.
<controle‐Y>
Schuif het scherm tel regels naar achterwaarts en laat de huidige regel en kolom gelijk als mogelijk.
<controle‐Z>
Zet de huidige tekstverwerkingssessie in de achtergrond.
<escape>
Voer ex opdrachten uit of breek gedeeltelijk ingevoerde opdrachten af.
<controle‐]>
Druk een `tag' verwijzing op de `tag' stapel.
<controle‐^>
Schakel naar het meest recent bewerkte bestand.
[tel] <spatie>
[tel] l
Verplaats de cursor tel karakters voorwaarts zonder de huidige regel te veranderen.
[tel] ! verplaatsing shell‐argument(en)
Vervang tekst met de resultaten van een shell opdracht.
[tel] # #|+|-
Verhoog of verlaag het cursor nummer.
[tel] $
Verplaats de cursor naar het einde van een regel.
%
Ga naar het overeenkomende karakter.
&
Herhaal de eerdere vervangings opdracht op de huidige regel.
'<karakter>
`<karakter>
Keer terug naar de context gemarkeerd door het karakter <karakter>.
[tel] (
Ga tel zinnen terug.
[tel] )
Ga tel zinnen voorwaarts.
[tel] ,
Omgekeerd tel keer naar karakter zoeken.
[tel] -
Ga naar het eerste niet-witruimte karakter op de vorige regel, tel keer.
[tel] .
Herhaal de laatste vi tekst veranderende opdracht.
/RE<regel‐overhalen>
/RE/ [verschil]<regel‐overhalen>
?RE<regel‐overhalen>
?RE? [verschil]<regel‐overhalen>
Zoek voorwaarts of achterwaarts naar een reguliere expressie.
0
Ga naar het eerste karakter op de huidige regel.
:
Voer een ex opdracht uit.
[tel] ;
Herhaal het laatste karakter-zoeken tel keren.
[tel] < verplaatsing
[tel] > verplaatsing
Schuif regels naar links of rechts.
@ buffer-karakter
Voer een benoemde buffer uit.
[tel] A
Ga naar invoer mode, voeg tekst toe na het einde van de regel.
[tel] B
Ga tel grote-woorden achterwaarts.
[buffer-karakter] [tel] C
Kopieer de tekst vanaf de huidige positie tot aan het einde van de regel naar de buffer buffer‐karakter, en start veranderen (in invoer mode).
[buffer-karakter] D
Schrap de tekst vanaf de huidige positie tot aan einde van de regel.
[tel] E
Ga tel einde‐van‐grote‐woorden voorwaarts.
[tel] F <karakter>
Zoek in de huidige regel tel keren naar <karakter>.
[tel] G
Ga naar regel tel, of naar de laatste regel van het bestand als tel niet werd gespecificeerd.
[tel] H
Ga naar scherm-regel tel - 1 regels onder de bovenkant van het scherm.
[tel] I
Schakel naar invoer mode, tekst invoegend aan het begin van de regel.
[tel] J
Voeg regels samen.
[tel] L
Ga naar de scherm-regel tel - 1 regels boven de onderkant van het scherm.
Ga naar de scherm-regel in het midden van het scherm.
[tel] O
Ga naar invoer mode, voeg tekst toe in een nieuwe regel boven de huidige.
[buffer-karakter] P
Invoegen van tekst vanuit een buffer.
Eindig vi (of visuele) interface en schakel naar ex interface.
[tel] R
Ga naar invoer mode, vervang de karakters in de huidige regel.
[buffer-karakter] [tel] S
Substitueer tel regels.
[tel] T <karakter>
Zoek achterwaarts tel keren door de huidige regel voor het karakter achter het opgegeven <karakter>.
Herstel de huidige regel naar de staat waarin hij was vóór de cursor er zich het laatst naar verplaatste.
[tel] W
Ga voorwaarts tel grote-woorden.
[buffer-karakter] [tel] X
Schrap tel karakters vóór de cursor.
[buffer-karakter] [tel] Y
Kopieer (of “yank”) tel regels naar de opgegeven buffer.
Schrijf het bestand en eindig vi.
[tel] [[
Ga tel sectie grenzen terug.
[tel] ]]
Ga tel sectie grenzen voorwaarts.
^
Ga naar het eerste niet-witruimte karakter op de huidige regel.
[tel] _
Ga tel - 1 regels naar het eerste niet-witruimte karakter.
[tel] a
Schakel naar invoer mode, voeg tekst achter de cursor toe.
[tel] b
Ga tel woorden achterwaarts.
[buffer-karakter] [tel] c verplaatsing
Verander het stuk tekst waar `verplaatsing' overheen zou bewegen.
[buffer-karakter] [tel] d verplaatsing
Schrap een stuk tekst waar `verplaatsing' overheen zou bewegen.
[tel] e
Ga tel einde‐van‐woorden voorwaarts.
[tel] f<karakter>
Zoek tel keren voorwaarts in de rest van de huidige regel naar <karakter>.
[tel] i
Schakel naar invoer mode, tekst invoegend vóór de cursor.
Bewaar de huidige context (regel en kolom) in <karakter> om later (o.a.) te gebruiken om naar toe te springen.
[tel] o
Schakel naar invoer mode, voeg tekst toe in een nieuwe regel onder de huidige regel.
[buffer-karakter] p
Voeg tekst toe vanuit een buffer.
[tel] r <karakter>
Vervang tel karakters door <karakter>.
[buffer-karakter] [tel] s
Substitueer tel karakters op de huidige regel startend met het huidige karakter.
[tel] t <karakter>
Zoek tel keren voorwaarts in de huidige regel naar het karakter onmiddellijk vóór het karakter <karakter>.
Maak de laatste verandering ongedaan.
[tel] w
Ga tel woorden voorwaarts.
[buffer-karakter] [tel] x
Schrap tel karakters.
[buffer-karakter] [tel] y verplaatsing
Kopieer (of “yank”) een stuk tekst, opgegeven door de tel en verplaatsing naar een buffer.
[tel1] z [tel2] -|.|+|^|<regel‐overhalen>
Herteken het scherm, optioneel herpositionerend en de grootte aanpassend.
[tel] {
Ga tel alinea's achterwaarts.
[tel] |
Ga naar een bepaalde kolom tel op de huidige regel.
[tel] }
Ga tel alinea's voorwaarts.
[tel] ~
maakt van de volgende tel hoofd-, kleine-letters en van de kleine-, hoofd-letters, als de tildeop optie niet gezet is.
[tel] ~ verplaatsing
maakt van de tel en verplaatsing karakters, van hoofd-, kleine-letters en van kleine-, hoofd-letters, als de tildeop optie gezet is.
<interrupt>
Onderbreek de huidige operatie.

VI TEKST INVOER OPDRACHTEN

De volgende sectie beschrijft de opdrachten die beschikbaar zijn in de tekst invoer mode van de vi tekstverwerker.

<nul>
Geef de vorige invoer nog een keer.
<controle‐D>
Wis de vorige shiftwidth kolom grens.
^<controle‐D>
Wis alle autoindent karakters, en zet het autoindent niveau terug.
0<controle‐D>
Wis alle autoindent karakters.
<controle‐T>
Voeg voldoende <tabulatie> en <spatie> karakters in om bij de volgende shiftwidth kolom grens te komen.
<erase>
<controle‐H>
Wis het laatste karakter.
<literal next>
Citeer het volgende karakter.
<escape>
Zet alle ingevoerde tekst in het bestand, en keer terug naar opdracht mode.
<line erase>
Wis de huidige regel.
<controle‐W>
<word erase>
Wis het laatste woord. De definitie van `woord' is afhankelijk van de altwerase en ttywerase opties.
<controle‐X>[0-9A-Fa-f]+
Zet een karakter met de opgegeven hexadecimale waarde in de tekst.
<interrupt>
Interrupt tekst invoer mode, terugkerend naar de opdrachten mode.

EX OPDRACHTEN

De volgende sectie beschrijft de opdrachten die beschikbaar zijn in de ex tekstverwerker (interface). In elke onderstaande alinea is de titel-regel de spelling van de opdracht.

<einde‐van‐bestand>
Het bestand over het scherm schuiven.
! argument(en)
[interval]! argument(en)
Voer een shell opdracht uit, of filter regels door een shell opdracht.
"
Commentaar.
[interval] nu[mmer] [tel] [vlaggen]
[interval] # [tel] [vlaggen]
Toon de geselecteerde regels, elk voorafgegaan door zijn/haar regelnummer.
@ buffer-karakter
* buffer
Voer een buffer uit.
[regel] a[ppend][!]
De ingevoerde tekst wordt na de opgegeven regel toegevoegd.
[interval] c[hange][!] [tel]
De ingevoerde tekst vervangt de tekst in het interval.
Voer een `Cscope' opdracht uit.
[interval] d[elete] [buffer] [tel] [vlaggen]
Schrap de regels uit het bestand.
Toon buffers, Cscope-verbindingen, schermen of `tags'.
[Ee][dit][!] [+opdr] [bestand]
[Ee]x[!] [+opdr] [bestand]
Bewerk een ander bestand.
Toon de spelling van een ex opdracht.
Toon, en optioneel verander de bestandsnaam.
[Ff]g [naam]
Alleen in Vi interface. Zet het opgegeven scherm op de voorgrond.
[interval] g[lobal] /patroon/ [opdrachten]
[interval] v /patroon/ [opdrachten]
Pas opdrachten toe op regels die het patroon passen (of niet passen).
Toon een help bericht.
[line] i[nsert][!]
De ingevoerde tekst wordt vóór de opgegeven regel ingevoegd.
[range] j[oin][!] [tel] [vlaggen]
Voeg regels tekst samen.
[interval] l[ist] [tel] [vlaggen]
Toon de regels ondubbelzinnig.
Bepaal of toon toetsenbord-kaart (alleen voor vi).
[regel] ma[rk] <karakter>
[regel] k <karakter>
Markeer de regel met de markering <karakter>.
[interval] m[ove] regel
Verplaats de opgegeven regels naar onder de opgegeven doel regel.
Schrijf de afkortingen, tekstverwerker opties en toetsen-kaarten naar het opgegeven bestand.
[Nn][ext][!] [bestand ...]
Bewerk het volgende bestand uit de argumenten lijst.
[regel] o[pen] /patroon/ [vlaggen]
Ga naar openen mode.
Sla het bestand op in een vorm die later hersteld kan worden met de ex -r optie.
[Pp]rev[ious][!]
Bewerk het vorige bestand uit de argumenten lijst.
[interval] p[rint] [tel] [vlaggen]
Toon de opgegeven regels.
[regel] pu[t] [buffer]
Voeg de buffer-inhoud toe aan de huidige regel.
Beëindig de tekstverwerken sessie.
[regel] r[ead][!] [bestand]
Lees een bestand.
Herstel het bestand als het eerder bewaard was.
Alleen Vi. Vergroot of krimp het huidige scherm.
Draai de argumenten lijst terug.
Toon of zet tekstverwerker opties.
Voer een shell programma uit.
Lees en voer ex opdrachten uit van een bestand.
[interval] s[ubstitueer] [/patroon/replace/] [opties] [tel] [vlaggen]
[interval] & [opties] [tel] [vlaggen]
[interval] ~ [opties] [tel] [vlaggen]
Maak substituties.
<suspend>
Schort de tekstverwerkings-sessie op.
[Tt]a[g][!] tagstring
Bewerk het bestand dat het opgegeven `tag' bevat.
Bewerk het bestand dat de volgende context voor de huidige `tag' bevat.
Spring naar de opgegeven `tag' in de `tags' stapel.
Bewerk het bestand dat de vorige context voor de huidige `tag' bevat.
`unmap' een in kaart gebrachte string.
Toon de versie van de ex/vi tekstverwerker.
[regel] vi[sual] [type] [tel] [vlaggen]
Alleen Ex. Schakel naar vi.
[Vi]i[sual][!] [+opdr] [bestand]
Alleen Vi. Bewerk een nieuw bestand.
Toon gebruik van een vi opdracht.
[interval] w[rite][!] [>>] [bestand]
[interval] w[rite] [!] [bestand]
[interval] wn[!] [>>] [bestand]
[interval] wq[!] [>>] [bestand]
Schrijf een bestand weg.
[interval] x[it][!] [bestand]
Schrijf het bestand weg alsof het werd veranderd.
[interval] ya[nk] [buffer] [tel]
Kopieer de opgegeven regels naar een buffer.
[regel] z [type] [tel] [vlaggen]
Pas het venster aan.

ZET OPTIES

Er is een groot aantal opties die gezet (en terug gezet) kunnen worden om het gedrag van de tekstverwerker te veranderen. Deze sectie beschrijft de opties, hun afkortingen en hun standaard waardes.

In elke alinea onder is het eerste deel van de titel-regel de volle naam van de optie, gevolgd door gelijkwaardige afkortingen. Het deel in rechte haakjes is de standaard waarde voor de optie. De meeste opties zijn boolean, dat is: ze zijn "aan" of "uit", en hebben geen bijbehorende waarde.

Opties zijn van toepassing op zowel ex als vi modi, tenzij anders opgegeven werd. Meerdere opties kunnen gegeven of ongedaan gemaakt worden, gescheiden door spaties of tabs. Spaties en tabs kunnen opgegeven worden in teken opties (b.v. tags of filec) door elk vooraf te laten gaan door een backslash. Op geen enkele manier kun je een backslash zelf in een optie opnemen.

Alleen Vi. Kies een alternatief woord-wissen algoritme.
Spring nieuwe regels automatisch in.
Alleen Ex. Toon de huidige regel automatisch.
Schrijf aangepaste bestanden automatisch weg bij het wisselen tussen bestanden.
Backup bestanden voordat ze worden overschreven.
Vernietig controle karakters.
Het map pad dat gebruikt wordt als pad voorvoegsels voor de cd opdracht.
Zet het karakter om de dubbele-punt opdracht‐regel‐geschiedenis te bewerken.
Zet het aantal kolommen op het scherm.
Alleen Vi. Sla voorafgaand commentaar in shell, C en C++ broncode bestanden over.
De map waar tijdelijk bestanden worden gemaakt.
Onthoudt de waardes van de “c” en “g” achtervoegsels van de substitute opdrachten, in plaats van ze te initialiseren als niet gezet voor elke nieuwe opdracht.
Alleen Ex. Kondig foutberichten aan met een bel.
Lees de opstart bestanden in de huidige map.
Reguliere expressies zijn uitgebreide expressies, dat is: egrep(1)-stijl).
Zet het karakter om bestandsnaam-pad completeren op de dubbele-punt opdrachtregel uit te voeren.
Knipper het scherm in plaats van het piepen van het toetsenbord bij een fout.
Zet de ruimte tussen hardware tabulatie instellingen.
Maakt alle Reguliere Expressies ongevoelig voor het verschil tussen hoofd en kleine letters, zolang er geen hoofdletters in de zoektekst voorkomen.
Negeer het verschil tussen hoofd- en kleine-letters in reguliere expressies.
De tienden van seconden dat ex/vi wacht voor de volgende toets om een toets in de toetsen-kaart op te zoeken.
Alleen Vi. Doe links‐rechts schuiven van het scherm.
Alleen Vi. Zet het aantal regels voor op het scherm.
Alleen Vi. Verander verschillende zoekopdrachten en opties om te werken met Lisp. Deze optie is nog niet geïmplementeerd.
Toon regels op een ondubbelzinnige manier.
Probeer een exclusieve grendel op elk te bewerken bestand te krijgen, lezen of schrijven.
Behandel bepaalde karakters speciaal in reguliere expressies.
Alleen Vi. De tienden van seconden dat ex/vi pauzeert om op een overeenkomend karakter te wachten wanneer de showmatch optie is gezet.
Laat berichten van andere gebruikers toe.
Lees de eerste en laatste paar regels van elk bestand voor ex opdrachten. Deze optie zal nooit worden geïmplementeerd.
Karakters die nooit als afdrukbare karakters worden behandeld.
Laat elke getoonde regel voorafgaan door zijn regelnummer.
Toon onbekende karakters als octale nummers, in plaats van de standaard hexadecimale nummers.
Alleen Ex. Als deze optie niet is gezet zijn de open en visual opdrachten niet toegestaan.
Alleen Vi. Optimaliseer tekst doorvoer naar domme terminals. Deze optie is nog niet geïmplementeerd.
Alleen Vi. Definieer extra alinea grenzen voor de { en } opdrachten.
Definieer extra mappen om te doorzoeken voor bestanden die bewerkt worden.
Karakters die altijd als afdrukbare karakters worden behandeld.
Alleen Ex. Geef een opdracht prompt weer.
Markeer het bestand en de sessie als alleen‐lezen.
De map waar herstel-bestanden worden opgeslagen.
Alleen Vi. Simuleer een intelligente terminal op een domme. Deze optie is nog niet geïmplementeerd.
Her-cartograferen toetsen tot opgelost.
Zet het aantal regels waarover de tekstverwerker veranderingen of `yanks' rapporteert.
Alleen Vi. Geef een regel/kolom heerser op de dubbele-punt opdracht regel.
Zet het aantal te schuiven regels.
Maak de / en ? opdrachten optellend.
Alleen Vi. Definieer extra sectie grenzen voor de [[ en ]] opdrachten.
Zet alle toegang tot externe programma's uit.
Kies de shell die gebruikt wordt door de tekstverwerker.
Zet de `meta' karakters waarop getest wordt om te zien of bestandsnaam-expandering nodig is.
Zet de autoindent en shift opdracht inspring breedte.
Alleen Vi. Bemerk overeenkomende “{” en “(” voor “}” en “)” karakters.
Alleen Vi. Toon de huidige mode van de tekstverwerker en een “modified” {nl: aangepast} vlag.
Alleen Vi. Zet de hoeveelheid dat een links‐rechts schuiven‐van‐het‐scherm zal schuiven.
Vertraag het bijwerken van tekst tijdens tekst invoer. Deze optie is nog niet geïmplementeerd.
Lees opstartbestanden die niet het eigendom de huidige gebruiker zijn. Deze optie zal nooit worden geïmplementeerd.
Deze optie zet tabulatie breedte voor de tekstverwerker weergave.
Zet het aantal significante karakters in een `tag' naam.
Zet de `tags' bestanden lijst.
Zet de terminal soort.
Deze optie maakte vroeger de tekstverwerker-berichten minder langdradig. Het heeft geen invloed binnen deze implementatie.
Pas de ~ opdracht aan om een bijbehorende verplaatsing als argument te nemen.
Pauzeer voor toetsen die in kaart gebracht kunnen worden.
Alleen Vi. Kies een alternatief wis algoritme.
Alleen Vi. Toon een fout-melding voor elke fout.
Alleen Vi. Zet de venster grootte als de verbinding-snelheid minder dan 1200 baud is.
Alleen Vi. Zet de venster grootte als de verbinding-snelheid gelijk is aan 1200 baud.
Alleen Vi. Zet de venster grootte als de verbinding-snelheid groter is dan 1200 baud.
Alleen Ex. Deze optie zorgt voor een waarschuwing naar de terminal als het bestand werd veranderd sinds het de laatste keer werd weggeschreven vóór een ! opdracht.
Zet de grootte voor het scherm.
Verander de icoon/venster naam naar het huidige bestand, zelfs als het niet herstelt kan worden bij afsluiten van de tekstverwerker.
Alleen Vi. Breek regels automatisch af na het opgegeven aantal kolommen vanaf de linker marge. Als de wraplen en wrapmargin opties allebei gezet zijn, dan wordt de wrapmargin waarde gebruikt.
Alleen Vi. Breek regels automatisch af na het opgegeven aantal kolommen van de rechter marge. Als de wraplen en wrapmargin opties allebei gezet zijn, dan wordt de wrapmargin waarde gebruikt.
Zet dat zoeken aan het einde van het bestand naar het begin omvouwt en andersom.
Zet bestand‐overschrijven‐testen uit.

OMGEVINGSVARIABELEN

Het aantal kolommen op het scherm. Deze waarde zet mogelijke systeem- of terminal-specifieke waardes opzij. Als de COLUMNS omgevingsvariabele niet is gezet als ex/vi draait, of de columns optie is expliciet herzet door de gebruiker, dan zet ex/vi de waarde in de omgeving.
Een lijst met ex opstart opdrachten, lees als de variabele NEXINIT niet is gezet.
De thuis map, gebruikt als het initiële map-pad naar de opstartbestanden “$HOME/.nexrc” en “$HOME/.exrc” bestanden. Deze waarde wordt ook gebruikt als de standaard map voor de vi cd opdracht.
Het aantal regels op het scherm. Deze waarde heeft voorrang boven mogelijke systeem- of terminal-specifieke waardes. Als de LINES omgevingsvariabele niet is gezet als ex/vi draait, of de lines optie is expliciet niet gezet door de gebruiker, dan zet ex/vi de waarde in de omgeving.
Een lijst met ex opstart opdrachten.
De gebruikers' voorkeur shell (zie ook de shell optie).
De gebruikers' terminal soort. De standaard soort is “unknown” {onbekend}. Als de TERM omgevingsvariabele niet is gezet als ex/vi draait, of de term optie is expliciet niet gezet door de gebruiker, dan zet ex/vi de waarde in de omgeving.
De locatie om tijdelijke bestanden in op te slaan (zie ook de directory optie).

ASYNCHRONE GEBEURTENISSEN

Vi/ex gebruikt dit signaal voor periodieke backups van bestand aanpassingen en om “busy” {bezig} berichten weer te geven wanneer operaties waarschijnlijk een lange tijd nodig hebben.
Als de huidige buffer veranderd werd sinds het voor het laatst werd weggeschreven in zijn geheel, dan probeert de tekstverwerker om het aangepaste bestand te bewaren zodat het later hersteld kan worden. Zie de vi/ex "Reference manual" sectie getiteld “Recovery” voor meer informatie.
Wanneer een onderbreking optreedt, wordt de huidige operatie gestopt en de tekstverwerker keert terug naar de opdracht mode. Als onderbroken tijdens tekstinvoer wordt de al ingevoerde tekst in het bestand gezet alsof de tekstinvoer normaal eindigde.
Het scherm wordt van grootte veranderd. Zie de vi/ex "Reference manual" sectie getiteld “Sizing the Screen” voor meer informatie.
Vi/ex negeert deze signalen.

BESTANDEN

/bin/sh
De standaard shell van de gebruiker.
/etc/vi.exrc
Systeem‐wijd vi opstart bestand.
/tmp
Tijdelijke bestanden map.
/var/tmp/vi.recover
De standaard herstel bestanden map.
$HOME/.nexrc
ÉÉrste keuze voor het gebruikers' thuis map opstart bestand.
$HOME/.exrc
Tweede keuze voor het gebruikers' thuis map opstart bestand.
.nexrc
Éérste keuze voor het lokale map opstart bestand.
.exrc
Tweede keuze voor het lokale map opstart bestand.

ZIE OOK

ctags(1), more(1), curses(3), dbopen(3)

De “Vi Quick Reference” kaart.

“An Introduction to Display Editing with Vi”, te vinden in de “UNIX User's Manual Supplementary Documents” sectie van de 4.3BSD en 4.4BSD handleiding sets. Dit beschikbare document komt momenteel het dichtste bij een introductie in de vi scherm tekstverwerker.

“Ex Reference Manual (Version 3.7)”, te vinden in de “UNIX User's Manual Supplementary Documents” sectie van de 4.3BSD en 4.4BSD handleiding sets. Dit document is de uiteindelijke referentie voor de ex tekstverwerker, zoals gedistribueerd in meeste historische 4BSD en System V systemen.

“Edit: A tutorial”, te vinden in de “UNIX User's Manual Supplementary Documents” sectie van de 4.3BSD handleiding set. Dit document is een introductie in een simpele versie van de ex scherm tekstverwerker.

“Ex/Vi Reference Manual”, te vinden in de “UNIX User's Manual Supplementary Documents” sectie van de 4.4BSD handleiding sets. Dit document is de uiteindelijke referentie voor de nex/nvi tekstverwerkers, zoals gedistribueerd in 4.4BSD en 4.4BSD-Lite.

Roff bronnen voor al deze documenten wordt gedistribueerd met nex/nvi in de nvi/USD.doc map van de nex/nvi broncode.

De bestanden “autowrite”, “input”, “quoting” en “structures” in de nvi/docs/internals map van de nex/nvi broncode.

GESCHIEDENIS

De nex/nvi vervangingen voor de ex/vi tekstverwerker verschenen voor het eerst in 4.4BSD.

STANDAARDEN

nex/nvi zit dichtbij de IEEE Std1003.2 (“POSIX”). Dat document verschilt van de historische ex/vi praktijk op meerdere plaatsen; er moeten veranderingen aan beide kanten gemaakt worden.

VERTALING

De Nederlandse vertaling van deze handleiding is geschreven door Jos Boersema <joshb@xs4all.nl> en Luc Castermans <luc.castermans@gmail.com>

Deze vertaling is vrije documentatie; lees de GNU General Public License Version 3 of later over de Copyright-voorwaarden. Er is geen AANSPRAKELIJKHEID.

Indien U fouten in de vertaling van deze handleiding zou vinden, stuur een e-mail naar debian-l10n-dutch@lists.debian.org.

%Q% 3rd Berkeley Distribution